Artikel 277 van het decreet lokaal bestuur.
De gemeenteraad keurt de voorgaande notulen goed.
De notulen werden opgemaakt overeenkomstig de bepalingen van het decreet lokaal bestuur.
Artikel 278, §1 van het decreet lokaal bestuur.
De gemeenteraad keurt de notulen van de gemeenteraadszitting van 27 mei 2024 goed.
VCRO artikel 2.3.2,§2, tweede lid.
Omgevingsvergunningendecreet artikel 75.
Artikel 75, §1, lid 2 van het omgevingsvergunningendecreet bepaalt dat in sommige gevallen het verplicht is om een last op te leggen.
Artikel 75, §3, 4° bepaalt dat financiële lasten slechts kunnen worden opgelegd als dit geregeld wordt in een stedenbouwkundige verordening.
Het college van burgemeester en schepenen keurde de verordening en het bijhorende belastingreglement goed op 7 juni 2024.
De verplichte adviesinstantie (gecoro, departement Omgeving en provincie) gaven allen een gunstig advies.
Tijdens het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen ontvangen.
Het bijhorende belastingreglement wordt door de dienst financiën op dezelfde gemeenteraad geagendeerd ter goedkeuring.
De gemeente Sint-Katelijne-Waver legt vandaag financiële lasten op bij omgevingsvergunningen op basis van het volgende instrument:
Het is de bedoeling deze bestaande praktijk thans te verankeren in een stedenbouwkundige verordening, teneinde te voldoen aan de juridische verplichtingen voortvloeiend uit het Instrumentendecreet. Een stedenbouwkundige verordening is nodig om de financiële last te kunnen blijven opleggen bij omgevingsvergunningen.
Verder is het de bedoeling om in de stedenbouwkundige verordening een rechtsgrond te creëren voor het opleggen van financiële lasten in een aantal van de gevallen waarin het nieuwe artikel 75, §1, lid 2 van het Omgevingsvergunningendecreet vanaf 1 januari 2024 de bevoegde overheid verplicht om aan de omgevingsvergunning een stedenbouwkundige last te verbinden, inz. inzake de afwerkingsregel en de basisrechten voor zonevreemde constructies en zonevreemde functiewijzigingen.
Lasten kunnen financieel of in natura zijn. Voor de verplichte lasten wordt principieel gekozen voor een financiële last omdat deze duidelijk, objectief en eenvormig is. Een last in natura moet daarenboven ook vergezeld zijn van een financiële waarborg die de volledige geraamde kost van de last dekt. Dit vereist een dubbele financiële inspanning van de belastingplichtige en brengt een aanzienlijke administratieve belasting met zich mee (bijhouden, controle en handhaving).
De Vlaamse overheid bezorgde elke gemeente een modelontwerp met een vork aan bedragen voor de verplichte lasten. Het college kiest telkens voor de mediaan van de voorgestelde bedragen, net zoals de gemeente Duffel.
De grondslag voor de bestaande gemeentelijke belasting op het bouwen, verbouwen en herbouwen wordt mee verankerd in deze verordening. Dit bedrag (€0,4/m³) wordt niet gewijzigd.
De verordening legt de definities, toepassingsgebied, vrijstellingen, bestemming, betalingsmodaliteiten en inwerkingtreding vast. De bedragen van alle in de verordening opgenomen financiële lasten worden vastgelegd in het gemeentelijk belastingreglement. De dienst financiën agendeert de wijziging van voornoemd belastingreglement op dezelfde gemeenteraad.
Procedure
Openbaar onderzoek en adviesronde
Het ontwerp van de stedenbouwkundige verordening inzake financiële lasten, goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 8 april 2024, werd onderworpen aan een openbaar onderzoek en de volgende adviesinstanties werden bevraagd:
Het openbaar onderzoek liep van 2 mei 2024 tot en met 31 mei 2024. Tijdens het openbaar onderzoek werden geen opmerkingen of bezwaren ontvangen.
Het departement Omgeving heeft geen advies verstrekt.
De deputatie bracht op 23 mei 2024 een advies uit omtrent de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake financiële lasten bij omgevingsvergunningen en formuleerde tevens enkele bedenkingen. De bedenkingen van de deputatie en de wijze waarop hiermee wordt omgegaan, worden hieronder toegelicht:
Deze vrijstelling betreft een beleidskeuze die reeds vervat zit in het huidige belastingreglement van de gemeente Sint-Katelijne-Waver waarin de tarieven voor deze last zijn opgenomen. De verhouding tussen de volumes van de serres en de winstmarges in de tuinbouwsector zijn sterk verschillend met de andere bedrijfssectoren, wat dit verschil rechtvaardigt. Daarnaast ervaart de gemeente dat na beëindiging van de landbouwactiviteiten een serre vaak wordt afgebroken, terwijl loodsen/bijgebouwen bij het voorheen bestaand landbouwbedrijf geregeld blijven staan, waarna mogelijks een vergunningsplichtige functiewijziging wordt aangevraagd.
Deze beleidskeuze heeft te maken met het bescheiden woonaanbod, dat eveneens enkel van toepassing is op woningen tot 550 m³ en geen enkele andere functies of woningbijgebouwen. De gemeente wenst bescheiden woningen niet te belasten vanwege hun doelgroep.
Aangezien in het bijhorende belastingreglement enkel een volumebelasting wordt bepaald, wordt het begrip ‘constructie’ in de verordening vervangen door het begrip ‘gebouw’. Daarnaast worden in het bijhorende belastingreglement eerder beperkte bedragen gekoppeld aan de financiële last, zodat de hoogte van de last in verhouding is tot de meerkost voor de gemeente en momenteel geen ruimere differentiatie zich opdringt. Dit kan in de toekomst bij verhoging van de bedragen desgevallend herbekeken worden.
De gemeente is zich hier terdege van bewust en zal evalueren of in de toekomst een wijziging naar een financiële last zich opdringt.
De GECORO heeft tijdens haar vergadering van 22 april 2024 het ontwerp van stedenbouwkundige verordening besproken en een gunstig advies uitgebracht. De opmerkingen/suggesties van de GECORO en de wijze waarop hiermee wordt omgegaan, worden hieronder toegelicht:
Met huidige verordening wordt de bestaande praktijk verankerd in een stedenbouwkundige verordening teneinde te voldoen aan de juridische verplichtingen voortvloeiend uit het Instrumentendecreet van 3 juli 2023. Enkel in geval van een stedenbouwkundige verordening kan nog een financiële last gekoppeld worden aan een omgevingsvergunning. Het staat de gemeente uiteraard vrij om de stedenbouwkundige verordening te herzien wanneer hiertoe aanleiding zou bestaan, maar op heden is de gemeente middels onderhavige verordening juridisch in orde om financiële lasten te verbinden aan een omgevingsvergunning.
De gemeente opteert voorlopig hier de systematiek van de modelverordening van het departement Omgeving te volgen. Het staat de gemeente uiteraard vrij om de stedenbouwkundige verordening te herzien wanneer hiertoe aanleiding zou bestaan.
In antwoord op het advies van de GECORO worden niet-limitatief enkele voorbeelden opgenomen in de verordening ter verduidelijking van het begrip “openbaar nut” en “welzijnsinrichtingen”. Daarnaast wordt een nieuwe categorie toegevoegd aan de vrijstellingen: “De omgevingsvergunningsaanvragen ingediend door sport-, jeugd- en socio-culturele verenigingen zonder winstoogmerk of zonder lucratieve doeleinden”. Deze categorie wordt niet gevat onder de categorie “openbaar nut”. Dergelijke toevoeging vergt geen nieuw openbaar onderzoek, aangezien de wijziging voortvloeit uit een ontvangen advies (van de GECORO) lopende het openbare onderzoek, en het geen fundamentele wijziging betreft van de strekking van de verordening doch louter een uitbreiding van de vrijstellingsregeling.
MER-screening
Team-MER is van oordeel dat dit type van stedenbouwkundige verordening geen kader voor vergunningverlening van projecten vormt, waardoor dergelijke verordening niet onder het toepassingsgebied van de plan-MER-screeningsplicht valt.
Verdere procedure
De gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake financiële lasten bij omgevingsvergunningen wordt samen met het besluit van de gemeenteraad en het volledige advies van de GECORO binnen 10 dagen na de definitieve vaststelling met een beveiligde zending bezorgd aan de deputatie en het departement Omgeving, dit overeenkomstig artikel 2.3.2, §2, laatste lid VCRO. Zij beschikken over een schorsingstermijn van 45 dagen. Tien dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad wordt de verordening van kracht.
De gemeenteraad keurt de stedenbouwkundige verordening inzake financiële lasten bij omgevingsvergunningen, zoals bijgevoegd in bijlage, goed.
De gemeenteraad geeft de administratie de opdracht om de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake financiële lasten bij omgevingsvergunningen, het vaststellingsbesluit en het volledige advies van de GECORO over te maken aan de deputatie en het departement Omgeving.
Artikel 56, §3, 7° van het decreet lokaal bestuur
Artikel 4.2.25. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
Artikel 31 Omgevingsvergunningsbesluit.
Woonmaatschappij Rivierenland heeft een omgevingsvergunningsaanvraag ingediend voor het bouwen van 60 wooneenheden (groepswoningbouw: 50 sociale koopwoningen en 10 sociale huurwoningen) en bijhorende omgevingsaanleg aan de Vossenberglei, Sporkenboslei en Houweikenlei. Bij de omgevingsaanleg horen o.a. nieuwe paden en wijzigingen van reeds vergunde paden.
Aan de gemeenteraad wordt de goedkeuring gevraagd omtrent de ligging, de breedte en de uitrusting van deze nieuwe wegenis en over de opname in het openbaar domein van de in geel en groen aangeduide delen op de twee innameplannen; "2016_0345_Vossenberglei-Schranslei-Boshuislei - innameplan B (1-2) Wadi" en "2016_0345_Vossenberglei-Sporkenboslei-Houweikenlei - innameplan A".
Reden en doel van de omgevingsvergunningsaanvraag:
Er is nood aan betaalbare koop- en huurwoningen. Met de aanvraag wordt de realisatie van 50 koopwoningen en 10 huurwoningen beoogd.
Omschrijving van de geplande werken die onder de bevoegdheid van de gemeenteraad vallen:
De bestaande padenstructuur wordt licht gewijzigd en er worden nieuwe paden aangelegd op delen van percelen die na de oplevering van de werken overgedragen worden aan het openbaar domein. De delen van de percelen aangeduid in gele en groene kleur op de plannen "2016_0345_Vossenberglei-Schranslei-Boshuislei - innameplan B (1-2) Wadi" en "2016_0345_Vossenberglei-Sporkenboslei-Houweikenlei - innameplan A" worden overgedragen aan de gemeente. Zowel de wijziging als de nieuwe aanleg kan maar vergund worden na een voorafgaandelijke goedkeuring van de gemeenteraad over deze zogenoemde zaak der wegen. De gemeenteraad keurt de ligging, de breedte en de uitrusting goed van de nieuwe en/of aangepaste paden, de rooilijn en de opname van de in gele en groene kleur aangeduide delen op de voormelde innameplannen in het gemeentelijk wegennet.
Bezwaren tijdens het openbaar onderzoek:
Tijdens het openbaar onderzoek werden in totaal 65 bezwaarschriften ingediend. Indien eenzelfde persoon hetzelfde bezwaarschrift meerdere keren indiende wordt dit slechts 1 maal geteld.
1 bezwaarschrift handelt onder andere over de zaak der wegen van het voorliggende dossier. De dienst beleidsondersteuning - patrimonium heeft de bezwaren uit dit bezwaarschrift die handelen over de zaak der wegen beoordeeld volgens bijlage. De gemeenteraad gaat akkoord met deze beoordeling.
De samenvatting van alle bezwaarschriften met beoordeling ervan door de omgevingsambtenaar wordt ter informatie toegevoegd in bijlage. De gemeenteraad heeft hierover geen bevoegdheid.
Vraag aan gemeenteraad:
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om de ligging, de breedte en de uitrusting van deze aangepaste en nieuwe wegenis goed te keuren, evenals de opname in het openbaar domein van alle in geel en groen aangeduide delen op de twee innameplannen; "2016_0345_Vossenberglei-Schranslei-Boshuislei - innameplan B (1-2) Wadi" en "2016_0345_Vossenberglei-Sporkenboslei-Houweikenlei - innameplan A.
Het Omgevingsvergunningsdecreet, het gemeentewegendecreet, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het DABM, met al hun wijzigingen en uitvoeringsbesluiten, met in het bijzonder:
Omgevingsvergunningsdecreet artikel 31: § 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg. De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
§ 2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.
Gemeentewegendecreet artikel 12 § 2: In afwijking van artikel 11 kan de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg met overeenkomstige toepassing van artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover die wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt voor zover het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan bevat dat voldoet aan de bij en krachtens dit decreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover het een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat.
Als de beoogde wijziging, verplaatsing of opheffing betrekking heeft op een gemeentelijk rooilijnplan dat niet in een ruimtelijk uitvoeringsplan is opgenomen, neemt de gemeenteraad eerst een beslissing over het al dan niet wijzigen of opheffen van het gemeentelijk rooilijnplan, alvorens te beslissen over de goedkeuring, vermeld in artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De gemeenteraad gaat akkoord met de beoordeling van de bezwaren met betrekking tot de zaak der wegen, volgens de bijlage van de dienst beleidsondersteuning (patrimonium).
De gemeenteraad keurt de ligging, de breedte en de uitrusting goed van de nieuwe en aan te passen wandelpaden die deel uitmaken van de omgevingsvergunningsaanvraag voor het bouwen van 60 wooneenheden en omgevingsaanleg, met referentie OMV_2022127583 en OV/2023/065.
Er wordt akkoord gegaan met de nieuwe rooilijn en opname in het openbaar domein van de in geel en groen aangeduide delen op de plannen "2016_0345_Vossenberglei-Schranslei-Boshuislei - innameplan B (1-2) Wadi" en "2016_0345_Vossenberglei-Sporkenboslei-Houweikenlei - innameplan A".
Artikel 56, §3, 7° van het decreet lokaal bestuur
De Katholieke Universiteit te Leuven heeft een aanvraag tot omgevingsvergunning ingediend voor het aanleggen van een landschapsparking en ontsluitingsweg bij campus De Nayer. Hierbij wordt een nieuwe ontsluitingsweg voorzien van de nieuwe landschapsparking naar de Fortsesteenweg.
Aan de gemeenteraad wordt de goedkeuring gevraagd omtrent de ligging, de breedte en de uitrusting van deze nieuwe wegenis en over de opname ervan in het openbaar domein. Bijkomend wordt gevraagd om akkoord te gaan met bijhorend rooilijnplan en grondinnemingsplan.
Reden en doel van de omgevingsvergunningsaanvraag:
Door het realiseren van een landschapsparking wordt de campus autoluw gemaakt en de leefbaarheid op de campus verbeterd. Daarnaast maakt het verplaatsen van parkeermogelijkheden ook mogelijk dat de campus kan groeien op lange termijn. Tot slot voorziet de aanleg van de landschapsparking in een betere ontsluiting voor de auto vanuit Mechelen/Antwerpen door het voorzien van een wegenis naar de Fortsesteenweg en wordt ook zo de residentiele wijk ontlast.
De landschapsparking heeft samen met de nieuwe ontsluitingsweg langs de Fortsesteenweg de ambitie om als nieuwe ingang voor bezoekers beeldbepalend te zijn voor de campus. Er wordt getracht deze ingang alsook de toegangen voor andere verkeersmodi zo groen mogelijk in te richten en het beeldbepalend karakter waar te maken.
Langs de ontsluitingsweg krijgt de Dorpsbeek een breder profiel met winterbedding. Op die manier zet het project in op maximale ruimte voor water, verschillende zones rond de Dorpsbeek zijn immers overstromingsgevoelig.
Omschrijving geplande werken:
Concreet zullen er 575 parkeerplaatsen waarvan 5 mindervaliden parkeerplaatsen gerealiseerd binnen het projectgebied. Aanvullend worden er 9 mindervaliden parkeerplaatsen gerealiseerd op de campus (deze zitten niet mee vervat in de aanvraag). In totaal zullen er dus 14 mindervalidenparkeerplaatsen voorzien worden en dit aantal voldoet aan de geldende regelgeving. Verder worden er ook 33 motostalplaatsen gerealiseerd. De aanleg wordt gefaseerd voorzien in functie van de werkelijke nood aan parkeerplaatsen en de groei van de campus. De parkeerplaatsen en parkingwegenis worden groen opgevat, waarbij enkel het hoogst noodzakelijke wordt verhard.
Het totale aantal parkeerplaatsen (575) is in overeenstemming met de conclusie van de Mober van RUP 015 De Nayer. Deze stelt dat volgens het duurzaam scenario moet worden uitgegaan van een parkeeraanbod van 552 parkeerplaatsen. Het duurzaam scenario gaat uit van een modal shiftpotentieel. Hierbij wordt een theoretische maximumpotentieel berekend met betrekking tot de modal split op basis van de confrontatie tussen het toekomstig bereikbaarheidsprofiel van de site, de herkomst van de gebruikers en het mobiliteitsaanbod in de omgeving van de herkomsten.
De afwatering van de parkeerplaatsen zal gebeuren door middel van wadi’s die met elkaar verbonden zijn en op hun beurt verbonden zijn met grachten en de waterloop ‘Dorpsbeek’. Er worden nieuwe grachten aangelegd en inbuizingen gerealiseerd om het buffervolume te behouden/te vergroten waar mogelijk.
Verder wordt er voor de noordelijke, de zuidelijke en de westelijke rand een bermtalud voorzien, wat extra buffering geeft richting de campus, het studentenverblijf en de omliggende woningen. Het geeft de parking en daarmee ook een van de hoofdingangen van de campus meteen een groen karakter.
Bezwaren tijdens openbaar onderzoek:
Er werden twee bezwaarschriften ingediend waarvan één zonder inhoud en waarvan één met aftoetsing van de aanvraag aan de voorschriften van het RUP 015 De Nayer. In dit bezwaarschrift wordt het volgende opgenomen omtrent de zaak van de wegen:
"Waarom wordt er alleen maar een rooilijn vastgesteld op de nieuwe weg die loopt vanaf de Fortsesteenweg tot en met de grachtoverwelving (inbuizing) van de waterloop van 2de categorie? Waarom wordt er geen rooilijn gevestigd op de parking of deel van de parking? Volgens het RUP is het toch de bedoeling dat de landschapsparking ook gebruikt kan worden door bezoekers van de recreatiezone waardoor toch al een deel van de parking publiek toegankelijk is? Hoe kunnen deze bezoekers toegang krijgen tot de parking als er zich slagbomen bevinden?"
De omgevingsambtenaar weerlegt dit bezwaarschrift met volgende motivering: "De parking wordt niet mee overgedragen naar het openbaar domein. De afbakening van de rooilijn werd voorbesproken met de gemeente. Het is niet omdat de parking niet mee wordt overgedragen naar het openbaar domein dat het niet publiekelijk wordt opengesteld. Er worden geen slagbomen voorzien. Conform de voorschriften zal dit effectief een semi openbare parking zijn, die wel in eigendom blijft van de site."
Adviezen interne diensten:
Dienst omgeving: gunstig met voorwaarden, maar de voorwaarden handelen niet over de zaak van de wegen. De aanvraag is conform de voorschriften van het RUP 015 De Nayer.
Dienst beleidsondersteuning cel patrimonium: gunstig advies want de aanvraag is conform de voorbesprekingen.
Dienst openbare werken cel wegen: gunstig advies want de aanvraag is conform de voorbesprekingen.
Dienst openbare werken cel mobiliteit: gunstig met voorwaarden, maar de voorwaarden handelen niet over de zaak van de wegen.
Vraag aan gemeenteraad:
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om de ligging, de breedte en de uitrusting van deze nieuwe wegenis goed te keuren, evenals de opname ervan in het openbaar domein. Bijkomend wordt gevraagd om akkoord te gaan met bijhorend rooilijnplan en grondinnemingsplan.
Verder verloop van dit dossier:
Het college dient uiterlijk 8 juni 2024 een advies omtrent deze omgevingsvergunningsaanvraag uit te brengen, gericht aan de deputatie. Na de gemeenteraad van 17 juni 2024 zal de beslissing omtrent de zaak van de wegen ook nog uitgewisseld worden naar de deputatie. De deputatie is hier de vergunningverlenende overheid.
Het Omgevingsvergunningsdecreet, het gemeentewegendecreet, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het DABM, met al hun wijzigingen en uitvoeringsbesluiten, met in het bijzonder:
Omgevingsvergunningsdecreet artikel 31: § 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg. De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
§ 2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.
Gemeentewegendecreet artikel 12 § 2: In afwijking van artikel 11 kan de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg met overeenkomstige toepassing van artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover die wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt voor zover het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan bevat dat voldoet aan de bij en krachtens dit decreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover het een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat.
Als de beoogde wijziging, verplaatsing of opheffing betrekking heeft op een gemeentelijk rooilijnplan dat niet in een ruimtelijk uitvoeringsplan is opgenomen, neemt de gemeenteraad eerst een beslissing over het al dan niet wijzigen of opheffen van het gemeentelijk rooilijnplan, alvorens te beslissen over de goedkeuring, vermeld in artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De gemeenteraad keurt de ligging, de breedte en de uitrusting goed van de nieuwe wegenis naar de Fortsesteenweg die deel uitmaakt van de omgevingsvergunningsaanvraag voor het aanleggen van een landschapsparking bij campus De Nayer. Er wordt akkoord gegaan met de opname van deze nieuwe wegenis in het openbaar domein.
De gemeenteraad keurt het rooilijnplan en bijhorend grondinnemingsplan, horende bij deze omgevingsvergunningsaanvraag, goed. Deze plannen werden opgesteld door beëdigd landmeter-expert Ken Pellegrims, ingeschreven op het tableau van de federale raden van landmeters-experten onder het nummer LAN 201854, en door hem ondertekend op 20 december 2023.
Vlaamse Codex Wonen van 2021, meer bepaald artikels 6.12 t.e.m. 6.14.
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, meer bepaald artikels 6.22 t.e.m. 6.28.
De installatie van de toewijzingsraad van WOONSTROOM, zoals goedgekeurd door het bestuursorgaan van WOONSTROOM d.d. 22 mei 2024.
Met de vorming van de nieuwe woonmaatschappijen treedt op 1 januari 2024 ook een nieuw toewijsmodel in werking. De Vlaamse overheid schetste een breed kader waarmee de toewijzingsraden van de woonmaatschappijen aan de slag gaan om tot een concrete invulling te komen.
De woonmaatschappij heeft het initiatief genomen om een toewijzingsraad op te richten. Alle gemeenten van het werkingsgebied zijn vertegenwoordigd in de toewijzingsraad, aangevuld met relevante huisvestings- en welzijnsactoren uit het werkingsgebied van de woonmaatschappij. De woonmaatschappij zit de toewijzingsraad voor.
Vanuit de gemeenten werden volgende vertegenwoordigers aangeduid:
Gemeente | Effectief lid | Plaatsvervanger |
Bonheiden | Lola Vanderweyen Schepen van sociale zaken | Lien Tuymans Afdelingshoofd OCMW |
Duffel | Luc Van Houtven Schepen van sociale zaken | Isabel Glorie Schepen van sociale huisvesting |
Lier | Sabine Leyzen Schepen van wonen | Valerie Van der Linden Teamcoördinator wonen |
Sint-Katelijne Waver | Bart De Boeck Schepen van huisvesting | Klaartje Mariën Diensthoofd sociale dienst |
Volgende organisaties zetelen eveneens in de lokale toewijzingsraad:
De toewijzingsraad van Woonstroom bv heeft op basis van het nieuwe regelgevend kader en het overleg met vertegenwoordigers van de lokale besturen enerzijds en de vertegenwoordigers van lokale welzijnsorganisaties anderzijds, een ontwerp van toewijzingsreglement opgemaakt. Hierbij is lokaal maatwerk mogelijk voor enerzijds het instellen van een strengere lokale bindingsvoorwaarde (pijler 1 en pijler 3) en anderzijds voor het afbakenen van specifieke doelgroepen (pijler 3).
Daarnaast schrijft de regelgeving ook voor dat de woonmaatschappij de gemeente op de hoogte brengt van de beslissingen over de versnelde toewijzingen (pijler 2). De gemeenteraad kan echter enkel het ontwerp van toewijzingsreglement amenderen wat betreft de strengere woonbinding en de specifieke doelgroepen.
De woonmaatschappij integreert de goedgekeurde toewijzingsreglementen in het definitieve toewijzingsreglement. De woonmaatschappij bezorgt vervolgens het toewijzingsreglement aan de minister opdat hij zijn vernietigingstoezicht kan uitoefenen[1].[1] Dit is alleen nodig als het toewijzingsreglement een doelgroep bevat die niet opgenomen is in art. 6.27, §1, tweede lid BVCW (zoals van kracht vanaf 1 januari 2024)
WOONBINDING
De toewijzingsraad van Woonstroom BV heeft ervoor geopteerd om geen strengere lokale woonbinding op te nemen. Dit wordt gemotiveerd vanuit de vaststelling dat:
De toewijzingsraad wenst geen criterium te voorzien die de standaard langdurige woonbinding voorafgaat. Dit om dezelfde redenen als hierboven vermeld.
Daarnaast heeft de toewijzingsraad bij consensus[1] beslist dat na de langdurige woonbinding met de gemeente wel rekening wordt gehouden met de langdurige woonbinding van de kandidaat-huurder met het werkingsgebied van de woonmaatschappij.
PIJLER 3: specifieke doelgroepen
De toewijzingsraad van Woonstroom BV heeft ervoor geopteerd om de bestaande doelgroepen (zoals bepaald in de lokale toewijzingsreglementen) in de verschillende gemeentes van het werkingsgebied te behouden. Het gaat om de doelgroepen ‘kandidaat-huurders vanaf 65 jaar’ en ‘kandidaat-huurders met een fysieke of mentale beperking of handicap’, die behoren tot de vastgestelde specifieke doelgroepen waarvoor het vernietigingstoezicht van de minister van Wonen niet geldt. Er worden specifieke adressen gelabeld die met voorrang worden toegewezen aan de doelgroep.
Voor Sint-Katelijne-Waver werd er besloten om de volgende adressen voor te behouden voor specifieke doelgroepen:
Specifieke doelgroep: 65 +
De woningen zijn technisch aangepast aan mindervaliden. Met het oog op een rationele inzet van middelen is het aangewezen dat deze woningen in eerste plaats voorbehouden worden voor ouderen die gebruikmaken van een rolstoel en pas in tweede instantie voor ouderen zonder rolstoel.
Sint-Katelijne-Waver: 14 wooneenheden | |
Merelstraat 2 Merelstraat 4 Merelstraat 6 Merelstraat 8 Merelstraat 10 Merelstraat 12 Merelstraat 14 Merelstraat 16 Merelstraat 18 Merelstraat 20 Merelstraat 22 Merelstraat 24
Mechelsesteenweg 333 Mechelsesteenweg 333/02 | Huis 1 slaapkamer Huis 1 slaapkamer Huis 1 slaapkamer Huis 1 slaapkamer Huis 1 slaapkamer Huis 1 slaapkamer Huis 1 slaapkamer Huis 1 slaapkamer Huis 1 slaapkamer Huis 1 slaapkamer Huis 1 slaapkamer Huis 1 slaapkamer
Appartement 2 slaapkamers Appartement 2 slaapkamers |
Voor wijzigingen in pijler 3 (specifieke doelgroepen) dient er steeds een akkoord van de gemeenteraad te zijn.
PIJLER 2: versnelde toewijzingen
Minstens 20% van alle toewijzingen moeten versneld gebeuren. Dit betekent dat bepaalde situaties voorrang geven op de chronologie. De Vlaamse regelgeving voorziet hiervoor verschillende doelgroepen. Het gemeenschappelijk overleg ter voorbereiding van de lokale toewijzingsraad bepaalde binnen de versnelde toewijzingen een aandeel per specifieke doelgroep:
| Aandeel |
| 65% |
| 15% |
| 10% |
| 5% |
| 5% |
De aanmeldingen van kandidaten uit groep A, D en E worden gecoördineerd door de OCMW ’s van het werkingsgebied.
De coördinatie gebeurt beurtelings door één van de OCMW ‘s.
De aanmeldingen van kandidaten uit groep B worden gecoördineerd door JEUGDHULP DON BOSCO EN KAIZEN.
De toewijzingen van kandidaten uit groep C worden gecoördineerd door MOBIEL TEAM EMERGO.
Andere actoren die een kandidaat willen aanmelden voor een versnelde toewijzing (bv. CAW voor de doelgroep ‘dak- en thuisloosheid’, gemeentes voor de doelgroep ‘slechte huisvesting’, …) moeten zich tot de coördinator van die groep wenden.
De coördinatoren dragen kandidaten voor op basis van de voorrangsprincipes. Dit gebeurt op niveau van het volledige werkingsgebied.
Voor versnelde toewijzingen gelden volgende uitgangspunten:
De weging houdt rekening met:
De lokale toewijzingsraad zal de werkwijze voor de versnelde toewijzing minstens eenmaal per jaar evalueren.
[1] Als de toewijzingsraad kiest om wél rekening te houden met de langdurige woonbinding in het werkingsgebied van de woonmaatschappij, kan dit alleen mét consensus
[2] In de specifieke gevallen en onder de voorwaarden bepaald in artikel 6.25 van het BVCW
Amendement
Schepen Sander Jeurissen stelt ter zitting bij wijze van amendement voor om volgende aanpassing te doen:
In bijlage 2.1 WS TR ontwerp toewijzingsreglement 2024, 'Bijlage 2 Specifieke doelgroep Duffel 65+' het volgende schrappen:
- Duffel OCMW: 18 woningen (Boomgaardstraat 52 t/m 67) Totaal 18 wooneenheden
De toevoeging van dit amendement en het aangepaste voorstel van beslissing worden unaniem aanvaard.
Vlaamse Codex Wonen van 2021, meer bepaald artikels 6.12 t.e.m. 6.14.
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, meer bepaald artikels 6.22 t.e.m. 6.28.
De installatie van de toewijzingsraad van WOONSTROOM, zoals goedgekeurd door het bestuursorgaan van WOONSTROOM d.d. 22 mei 2024.
De gemeenteraad keurt het lokaal toewijzingsreglement goed.
1. Ten gevolge van een aantal verminderde prestaties binnen de directie samenleving en welzijn dienen een aantal takenpakketten herschikt te worden om de beleidsdoelstellingen te kunnen blijven realiseren. Dit geeft aanleiding tot het creëren van een nieuwe functie om de vrijetijdsparticipatie te coördineren.
2. Een aantal medewerkers binnen de directie grondgebiedszaken hebben de afgelopen jaren de organisatie verlaten (ziekte of pensioen), zijn intern van functie veranderd of zullen de komende jaren de organisatie verlaten (ziekte of pensioen). Tegelijk zijn het takenpakket, de diversiteit van materies en ook het aantal medewerkers (in VTE, maar zeker ook in koppen door meer deeltijdse medewerkers) binnen de dienst omgeving toegenomen. Samen noodzaakt dit een nieuwe structuur binnen de dienst omgeving, waarbij twee teamcoaches een deel van de leiding van de dienst overnemen van het diensthoofd.
3. Een aantal technische correcties worden aangebracht, zoals het schrappen van de uitgedoofde functies.
1. Nieuwe functie coördinator vrijetijdsparticipatie
In de dienst huis van het kind, sociale dienst en de dienst samenleving en vrije tijd zijn een aantal medewerkers minder gaan werken of regelmatig afwezig wegens gezondheidsproblemen:
Deze verminderde tewerkstelling leidt ertoe dat een aantal taken door deze personeelsleden niet langer opgenomen worden. Het blijft niet houdbaar om deze taken in het takenpakket van de andere personeelsleden bij te duwen. Het is in de huidige arbeidsmarkt ook niet mogelijk om medewerkers voor 16,6%, 20% of ter vervanging van regelmatig zieke personeelsleden te vinden. Dit leidt ertoe dat de realisatie van de beleidsdoelstellingen onder druk komt te staan. Om dit te voorkomen worden de taken binnen deze drie diensten herschikt en wordt het takenpakket cfr. het meerjarenplan inzake vrijetijdsparticipatie uit de bestaande functies gehaald.
Overzicht van de acties uit het meerjarenplan inzake vrijetijdsparticipatie:
De taken die bij deze acties horen, worden samengevoegd tot een nieuwe functie van coördinator vrijetijdsparticipatie (B1-B3). Deze functie wordt binnen de sociale dienst gesitueerd.
Deze functie wordt als een kruispuntfunctie ingericht binnen de directie samenleving en welzijn vanuit de visie van het netwerk vrijetijdsparticipatie en ‘vrije tijd voor iedereen’. In lijn met het Vlaams participatiedecreet zal de coördinator in samenwerking met de vrijetijdsdiensten, de sociale dienst, de welzijnsverenigingen en externe actoren participatiedrempels op het vlak van cultuur, jeugd en sport wegwerken. Het gaat over concrete zaken zoals de Uitpas of een lokaal alternatief, het Rap-op-stap-kantoor, de socioculturele participatie georganiseerd door de sociale dienst en de deelname als vrijwilliger aan de samenleving.
2. Invoering van teamcoaches binnen de dienst omgeving - schrappen van twee functies binnen dienst uitvoering
Bij de pensionering van de huidige deskundige groen (B1-B3) in december 2025 zou deze volgens het meerjarenplan samengevoegd worden met de half januari vrijgekomen functie van 1/2 deskundige milieu (B1-B3) tot 1 VTE deskundige milieu (B1-B3). Deze functie zou dan binnen de dienst omgeving gesitueerd worden.
Dit zou ertoe leiden dat het diensthoofd omgeving een span of control zou krijgen van 13 personeelsleden, waarvan 5 administratieve medewerkers en maar liefst 8 expertenfuncties in heel verschillende domeinen (milieu, ruimtelijke ordening, duurzaamheid, klimaat, energie, dierenwelzijn, natuurontwikkeling, groen).
Conform de principes die aan het organogram ten grondslag liggen, zoals bepaald bij de integratie van gemeenten en OCMW in 2017, zijn volgende factoren van toepassing die ertoe leiden dat een kleinere span of control nodig is: hoge diversiteit in taken en functies van medewerkers, noodzaak van frequent overleg over afstemming van werkzaamheden, ingewikkelde werkprocessen en hoge mate van onvoorspelbaarheid in het werk. Hierdoor is het onhoudbaar geworden om deze dienst door één leidinggevende te laten aansturen.
Anderzijds is het zo dat thematisch de materies best in één dienst blijven, bijv. in het kader van de geïntegreerde omgevingsvergunning. Ook dienen de administratieve medewerkers elkaar te back-uppen in de uitvoering van de meest kritieke werkprocessen. Daarom is het aangewezen om de dienst als één geheel te behouden, maar wel met twee teamcoaches die een deel van de leidinggevende taken overnemen. Het gaat om de teamcoach omgeving (B4-B5) (nu expert omgeving B4-B5) en de teamcoach milieu (B4-B5).
De teamcoach milieu (B4-B5) is een nieuwe functie die wordt toegevoegd i.p.v. de hoger aangehaalde deskundige milieu (B1-B3). Tegelijk wordt een functie van 0,8 VTE administratief medewerker (C1-C3) herleid tot 0,5 VTE. Op die manier valt deze operatie op het niveau van de budgettering over het meerjarenplan 2024-2026 budgetneutraal uit, met een besparing in de jaren nadien.
Binnen de dienst uitvoering wordt dus zoals hierboven geschetst de functie van deskundige groen (B1-B3) bij pensionering van de functiehouder niet langer ingevuld en dus in de formatie uitdovend geplaatst (einde 1 december 2025). Tegelijk wordt een functie van administratief medewerker (C1-C3) bij pensionering van de functiehouder niet langer ingevuld en dus in de formatie uitdovend geplaatst (einde wellicht 1 februari 2026). Dankzij een herschikking van taken en verdere informatisering zal deze functie niet langer nodig zijn.
3. Technische correcties
Volgende functies stonden in het organogram uitdovend, de functiehouders zijn sinds kort vertrokken, daarom worden deze functies nu effectief geschrapt:
Binnen de dienst openbare werken wordt in het kader van een reïntegratietraject na langdurige ziekte een bijkomende functie van administratief medewerker (C1-C3) geplaatst en meteen uitdovend geplaatst.
Ten gevolge van de raadsbeslissingen van 18 december 2023 werden 3 personeelsleden terug overgedragen van het OCMW naar het gemeentebestuur:
Dit wordt nu ook in het organogram opgenomen.
Het managementteam gaf op 19 maart en op 23 april positief advies. De vakbonden gaven op 24 mei 2024 een protocol van akkoord.
De selectie voor de coördinator vrijetijdsparticipatie is voorzien in juni 2024, met gewenste indiensttreding op 1 september 2024.
De selectie voor 0,5 administratief medewerker omgeving en teamcoach milieu is voorzien in september 2024, met gewenste indiensttreding op 1 november 2024.
De gemeenteraad keurt bovenstaande wijzigingen in de personeelsformatie en het organogram goed.
Artikel 170, §4 van de Grondwet: uitdrukkelijke bevoegdheid van de gemeenteraad voor het invoeren van belastingen.
VCRO artikel 75, paragraaf 3, 4°, zoals gewijzigd door het Instrumentendecreet van 26 mei 2023 bepaalt dat financiële lasten slechts kunnen worden opgelegd als dit geregeld wordt in een stedenbouwkundige verordening. Deze regeling trad op 1 januari 2024 in werking.
Indien de gemeente financiële lasten wil opleggen in omgevingsvergunningen zal dat wettelijk pas kunnen nadat zulke verordening goedgekeurd is.
Aangezien het afleveren van bouwvergunningen kosten met zich meebrengt, is het billijk om hiervoor een belasting te vestigen.
Omwille van de financiële behoefte van de gemeente is het nodig om de reeds bestaande belastingreglementen te behouden.
Lasten kunnen financieel of in natura zijn. Voor de verplichte lasten wordt principieel gekozen voor een financiële last omdat deze duidelijk, objectief en eenvormig is. Een last in natura moet daarenboven ook vergezeld zijn van een financiële waarborg die de volledige geraamde kost van de last dekt. Dit vereist een dubbele financiële inspanning van de belastingplichtige en brengt een aanzienlijke administratieve belasting met zich mee (bijhouden, controle en handhaving).
De grondslag voor de bestaande gemeentelijke belasting op het bouwen, verbouwen en herbouwen wordt mee verankerd in deze verordening. Deze bedragen worden niet gewijzigd.
De verordening legt de definities, toepassingsgebied, vrijstellingen, bestemming, betalingsmodaliteiten en inwerkingtreding vast. De bedragen van alle in de verordening opgenomen financiële lasten worden vastgelegd in het gemeentelijk belastingreglement.
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 2018 betreffende de bekendmaking en raadpleegbaarheid van besluiten en stukken van het lokaal bestuur, betreffende de wijze waarop de reglementen en verordeningen van het lokaal bestuur worden bijgehouden in het register en betreffende de raadpleegbaarheid van de besluiten van de politiezones en hulpverleningszones
De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit
Het gemeenteraadsbesluit van 22 juni 2020 houdende de goedkeuring van een belasting op bouwen, verbouwen en herbouwen van 1 juli 2020 tot en met 31 december 2025
Het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, waarbij:
Het decreet van 26 mei 2023 betreffende het realisatiegerichte instrumentarium
Met ingang van 1 juli 2024 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025, wordt een gemeentelijke contantbelasting gevestigd op de de meldingsplichtige stedenbouwkundige handelingen bedoeld in artikelen 4.2.2 en 4.2.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de omgevingsvergunningen zoals omschreven in artikelen 4 en 5 van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake financiële lasten bij omgevingsvergunningen.
De belasting is verschuldigd door diegene die een meldingsplichtige handeling stelt in het kader van het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening enerzijds en door de vergunninghouder of diens rechtverkrijgende na afgifte van de definitieve en uitvoerbare omgevingsvergunning anderzijds en vóór de aanvang der werken of de start van de uitvoering van de vergunde handeling zoals bepaald in de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake financiële lasten bij omgevingsvergunningen. Wanneer de melding of omgevingsvergunningsaanvraag wordt ingediend namens meerdere aanvragers, zijn zij hoofdelijk en ondeelbaar gehouden tot betaling van de belasting.
§1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:
1° bruto bouwvolume: het totaal van het boven- en ondergronds bouwvolume van een gebouw en haar fysisch aansluitende aanhorigheden die in bouwtechnisch opzicht een rechtstreekse aansluiting of steun vinden bij het hoofdgebouw, zoals een aangebouwde garage, veranda of berging, gemeten met inbegrip van buitenmuren en dak, uitgedrukt in m³. Het betreft het totale boven- en ondergrondse volume dat wordt gebruikt door de gebruiker(s), exclusief het volume van de patio’s en de gebruikelijke onderkeldering onder het maaiveld. De volumes van alle bergingen, nevenfuncties en ondersteunende functies (bijv. meterlokaal) die zich in een toegankelijk ruimte bevinden, worden meegeteld, evenals het volume van de gebouwdelen van de bestaande toestand die behouden blijven in het project, al dan niet met behoud van de functie;
2° bruto vloeroppervlakte: het totaal van de boven- en ondergrondse vloeroppervlakte van een gebouw en haar fysisch aansluitende aanhorigheden die in bouwtechnisch opzicht een rechtstreekse aansluiting of steun vinden bij het hoofdgebouw, zoals een aangebouwde garage, veranda of berging, gemeten met inbegrip van buitenmuren, uitgedrukt in m². Dit is de buitenomtrek van het gebouw dat wordt gebruikt door de gebruiker(s), exclusief de oppervlakte van de vides, patio’s en de gebruikelijke onderkeldering onder het maaiveld (1). De oppervlaktes van alle bergingen, nevenfuncties en ondersteunende functies (bijv. meterlokaal) die zich in een toegankelijk ruimte bevinden, worden meegeteld, evenals de oppervlakte van de gebouwdelen van de bestaande toestand die behouden blijven in het project, al dan niet met behoud van de functie.
(1) In de memorie van toelichting bij het ontwerp van decreet tot aanpassing en aanvulling van de ruimtelijke plannings-, vergunningen- en handhavingsbeleid, wordt ‘gebruikelijke onderkeldering’ verder toegelicht als volgt (Parl. St., Vl. Parl., 2008-2009, 2011/1, 85): Het deel van het keldervolume onder het maaiveld wordt niet meegerekend op voorwaarde dat het een gebruikelijke onderkeldering van de constructie betreft. Als gewone kelder van een woongebouw geldt bvb. een ondergronds gelegen wasruimte, berging of stookruimte; wanneer ondergrondse ruimtes echter woonfuncties herbergen, dienen deze wél meegerekend te worden, net als bvb. een (deels of geheel) in de grond ingewerkte garage.
§2. De belasting verschuldigd in geval van meldingsplichtige stedenbouwkundige handelingen bedoeld in artikelen 4.2.2 en 4.2.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de gevallen bedoeld in artikel 4 van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake financiële lasten bij omgevingsvergunningen (2) wordt als volgt bepaald:
0,40 euro per m³ bruto bouwvolume van de gebouwde gedeelten;
(2) De gevallen bedoeld in artikel 4 van de stedenbouwkundige verordening zijn, het verrichten van de hiernavolgende bouwwerken, met uitzondering van onderhoudswerken:
§3. De belasting verschuldigd in de gevallen bedoeld in artikel 5 van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake financiële lasten bij omgevingsvergunningen (3) bedraagt:
(3) De gevallen bedoeld in artikel 5 van de stedenbouwkundige verordening zijn:
§4. De hierboven vermelde bedragen zijn gekoppeld aan de gezondheidsindex en zullen jaarlijks en van rechtswege worden aangepast op 1 januari, op basis van de volgende formule:
Aangepast bedrag = basisbedrag x nieuw indexcijfer
basisindexcijfer
Waarbij:
Voor een regularisatie-aanvraag wordt bovenstaand tarief bedoeld in artikel 3, §2 verdubbeld.
De meldingsplichtige en vergunningsplichtige handelingen betrekking hebbende op de grenslijn van twee gemeenten, worden belast voor het gedeelte dat zich bevindt op het grondgebied van de gemeente
Van de belasting bedoeld in artikel 3, §2 van dit reglement zijn vrijgesteld: de omgevingsvergunningsaanvragen en/of meldingen:
§1. De belasting dient vereffend te worden na toezending van de factuur door het gemeentebestuur van Sint-Katelijne-Waver.
§2. Zowel in geval van een meldingsplichtige als vergunningsplichtige handeling wordt de belasting betaald vóór de aanvang der werken of de start van de uitvoering van de meldingsplichtige of vergunde handeling.
§3. Op verzoek van de vergunninghouder of diens rechtverkrijgende kan het college van burgemeester en schepenen een verlenging van de termijn voor het betalen van de belasting toestaan, tot uiterlijk 2 jaar na het verkrijgen van de definitieve en uitvoerbare omgevingsvergunning. In geval van verlenging van de betaaltermijn wordt het oorspronkelijk basisbedrag geïndexeerd overeenkomstig de bepalingen van artikel 3, §4 van onderhavig reglement, waarbij het nieuw indexcijfer het indexcijfer is van december voorafgaand aan de nieuwe uiterste betaaldatum.
Bij gebrek aan contante betaling, wordt de belasting van ambtswege ingekohierd en is ze onmiddellijk eisbaar.
De vestiging, de invordering en de geschillenprocedure gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Het huidige reglement betreffende de belasting op bouwen, verbouwen en herbouwen van 1 juli 2020 tot en met 31 december 2025, goedgekeurd door de gemeenteraad van 22 juni 2020, wordt vanaf 1 juli 2024 vervangen door onderhavig reglement, met dien verstande dat dit besluit slechts in werking treedt samen met de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake financiële lasten bij omgevingsvergunningen.
Dit reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot en met 288 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur.
Artikel 170, §4 van de Grondwet: uitdrukkelijke bevoegdheid van de gemeenteraad voor het invoeren van belastingen.
De gemeente streeft nog steeds een beleid na met volgende kenmerken:
De vorige bedrijfsbelasting was op zich gebaseerd op een eenvoudig meetbare grondslag, namelijk de oppervlakte die bedrijven, zelfstandigen of beoefenaars van een vrij beroep gebruiken of ter beschikking hebben. Echter, de vorige bedrijfsbelasting betrof een aangiftebelasting op bedrijfsruimte met verschillende tarieven per sector die een grote jaarlijkse administratieve last meebracht voor zowel de bedrijven als voor de gemeentelijke administratie. Bovendien bleek het in de praktijk moeilijk het aangiftecriterium (gebruikte oppervlakte) te controleren, wat deze belasting zeer “aangiftegevoelig” maakt. De afschaffing voor deze belasting op bedrijfsruimte betekent een belangrijke vermindering van de administratieve last voor de bedrijven en voor de gemeente. Tevens laat dit toe op een administratief eenvoudige manier een stabiele inkomstenstroom voor de gemeente Sint-Katelijne-Waver te waarborgen. Daarnaast is de tarifering al jaren ongewijzigd.
Eind 2023 werd de vorige bedrijfsbelasting herzien en werd vanaf 2024 gekozen voor een flat fee/forfait zodat de administratieve last voor zowel bedrijven, als gemeente vervalt. Daarnaast werd er geopteerd voor differentiatie van de opcentiemen zodat bedrijven in verhouding tot hun draagkracht bijdragen aan de financiële gezondheid van de gemeente. De gedifferentieerde opcentiemen, in combinatie met de herwerkte bedrijfsbelasting zorgen voor het optimaliseren van de inning en de inzet van schaarse overheidsmiddelen in functie van de inwoners en ondernemers van het grondgebied Sint-Katelijne-Waver.
Het doel hiervan was de gemeentelijke bedrijfsfiscaliteit zodanig te vereenvoudigen waarbij de oplossing budgetneutraal is voor de gemeente. Concreet betekent dit dat de voorgestelde aanpassingen in beide reglementen in totaal geen structurele verhoging van de gemeentelijke inkomsten betekenen. Integendeel, er werd een kleine vermindering van de inkomsten voorzien als tegemoetkoming voor de vermindering in administratieve last.
Deze vernieuwde bedrijfsbelasting beoogt een bijdrage van zelfstandigen, beoefenaars van een vrij beroep en ondernemingen in de algemene bestuurlijke uitgaven van de gemeente. De ontvangsten en uitgaven van de gemeente dienen in evenwicht gehouden te worden. Hiertoe is het wenselijk te blijven voorzien in het heffen van eigen gemeentelijke belastingen specifiek geënt op de lokale omstandigheden en ter ondersteuning van bepaalde beleidsaspecten. Hiertoe is het redelijk dat de bedrijven (zelfstandigen en vennootschappen) ook bijdragen tot de financiële behoeften van de gemeente, gezien zij op een gelijkaardige manier gebruik maken van de gemeentelijke infrastructuur en dienstverlening als de inwoners van de gemeente, waarbij algemeen aangenomen wordt dat de bedrijven over een grotere financiële draagkracht beschikken dan de gezinnen in de gemeente.
Het bestuur wenst wel nog een bijkomende vrijstelling in te voeren voor de entiteiten natuurlijke personen (natuurlijke personen met een ondernemingsnummer) die verplicht hun fiscale domicilie op hun thuisadres dienen te zetten, maar hun activiteit uitsluitend uitoefenen buiten deze woning op het grondgebied van de gemeente.
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 2018 betreffende de bekendmaking en raadpleegbaarheid van besluiten en stukken van het lokaal bestuur, betreffende de wijze waarop de reglementen en verordeningen van het lokaal bestuur worden bijgehouden in het register en betreffende de raadpleegbaarheid van de besluiten van de politiezones en hulpverleningszones
De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit
Het gemeenteraadsbesluit dd. 9 november 2020 houdende de goedkeuring van de belasting op de beschikbare bedrijfsruimten van ondernemingen, handelszaken en beoefenaars van vrije beroepen van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025
Het gemeenteraadsbesluit dd. 18 december 2023 houdende de goedkeuring van de belasting op de beschikbare bedrijfsruimten van ondernemingen, handelszaken en beoefenaars van vrije beroepen van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2025
De financiële toestand van de gemeente
Met ingang van 1 januari 2024 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een algemene gemeentebelasting op bedrijven geheven.
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
De belasting is verschuldigd door de zelfstandige of de vennootschap die op 1 januari van het aanslagjaar op het grondgebied van de gemeente één of meerdere vestigingen voor het uitoefenen van een bedrijfsactiviteit gebruikt of tot gebruik voorbehoudt.
§1. Elke belastingplichtige is de belasting verschuldigd afzonderlijk per vestiging hoe ook genoemd, die door hem/haar wordt gebruikt of tot gebruik wordt voorbehouden en op het grondgebied van de gemeente is gelegen.
§2. Elkeen die de hoedanigheid heeft van zelfstandige of vennootschap op het grondgebied van de gemeente, heeft er minstens één belastbare vestiging, zoals bedoeld in artikel 2, 3° en behoort als zodanig tot de belastingplichtigen.
§3. Een maatschappelijke zetel wordt steeds beschouwd als een vestiging.
§4. Een inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) op een bepaald adres in de gemeente wordt gelijkgesteld met een maatschappelijke zetel of vestiging.
§5. Eén vestiging kan voor verschillende belastingplichtigen tegelijkertijd ter beschikking zijn.
§6. Een zelfstandige of een vennootschap van wie de beroeps- of bedrijfsdoeleinden uitsluitend een ambulant karakter hebben, heeft een belastbare vestiging op het adres van zijn/haar in de gemeente gelegen verblijfplaats of maatschappelijke zetel.
§7. De toestand in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) op 1 januari van het aanslagjaar is bepalend voor de belastingplicht en de belasting is ondeelbaar verschuldigd voor het gehele jaar. Het feit dat in de loop van het aanslagjaar een natuurlijke persoon zijn/haar hoedanigheid van zelfstandige beëindigt, een vennootschap ophoudt te bestaan, de werkzaamheden met een geringe frequentie worden uitgevoerd, een belastbare vestiging wordt gesloten, heeft geen invloed op de belastingplicht en geeft geen aanleiding tot enige belastingvermindering. Indien uiterlijk op het moment van de vervaldag van de belasting bewezen wordt dat een natuurlijke persoon zijn/haar hoedanigheid van zelfstandige uiterlijk op 1 januari van het aanslagjaar volledig en definitief beëindigde en de nodige aanpassingen hiervoor in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) geregistreerd werden of indien bewezen wordt dat een vennootschap uiterlijk op 1 januari van het aanslagjaar volledig en definitief ophield te bestaan en de nodige aanpassingen hiervoor in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) geregistreerd werden, gaat de hoedanigheid van belastingplichtige verloren. Bij een tijdelijke onderbreking van de werkzaamheden of bij een inactiviteit, blijft de hoedanigheid van belastingplichtige verder bestaan.
De belasting bedraagt 99,00 euro per vestiging gelegen op het grondgebied van de gemeente.
Er worden onderstaande vrijstellingen voorzien:
De vestiging, de invordering en de geschillenprocedure gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Dit reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot en met 288 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur.
Dit reglement vervangt het belastingreglement op de beschikbare bedrijfsruimten van ondernemingen, handelszaken en beoefenaars van vrije beroepen van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2025 zoals goedgekeurd in de gemeenteraad van 18 december 2023.
Artikel 173 van de Grondwet: van de burger kan slechts een financiële bijdrage worden geëist, onder de vorm van een retributie, als er daarvoor een wettelijke grondslag is.
Het gemeentebestuur is inrichtende macht van drie gemeentescholen nl. GLOC, Dijkstein en Octopus. Sinds jaar en dag voorziet de gemeente in haar budget en boekhouding zelf de nodige middelen ter financiering van de exploitatie van de drie scholen. Ook de schoolgebouwen zijn eigendom van de gemeente en zij voorziet bijgevolg ook jaarlijks in de nodige investeringen, al dan niet met subsidiëring door Agion.
Naast de eigen middelen van de gemeente ontvangt de gemeente voor haar gemeentescholen ook een belangrijk deel aan werkingssubsidies van Vlaanderen. Uit de jaarlijkse rapportering ter verantwoording van deze werkingssubsidies blijkt dat de schooluitgaven voldoende groot blijven om maximaal beroep te kunnen blijven doen op de voorziene subsidies, ook al dragen de ouders -middels de betaling van een maximumfactuur- reeds bij aan de financiering van de schooluitgaven. Dit laatste wordt bepaald in het schoolreglement.
Teneinde een uniforme, transparante en correcte facturatie te kunnen verzekeren is het aangewezen om alle tarieven ook vast te leggen in een retributiereglement.
Alhoewel het gemeentelijk kleuter- en lager onderwijs in Sint-Katelijne-Waver kosteloos wordt aangeboden, is het wenselijk om een ouderbijdrage te bepalen die de kostprijs van diverse uitstappen en facultatieve zaken die daarnaast worden aangeboden (maaltijden, dranken, abonnementen, enz...) kan dekken. Dit ter vrijwaring van het financieel evenwicht binnen de gemeente.
De scholen dienen bij het vaststellen van hun jaarlijkse bijdragen voor materialen en activiteiten rekening te houden met de door Vlaanderen opgelegde "scherpe maximumfactuur" van 55 euro per jaar per kleuter en 105 euro per jaar per leerling van het lager onderwijs. De bijdragen voor meerdaagse activiteiten dienen aan het einde van de lagere school onder het bedrag van de "minder scherpe maximumfactuur" van 535 euro te blijven.
Met ingang van 1 juli 2024 en voor een termijn eindigend op 30 juni 2025 wordt een retributie gevestigd op de deelname aan de in artikel 3 vermelde schoolacties en -activiteiten.
De retributie is verschuldigd door de persoon die het kind heeft ingeschreven in een instelling voor gemeentelijk onderwijs van Sint-Katelijne-Waver en door al wie overeenkomstig het Burgerlijk Wetboek (rechtstreeks of onrechtstreeks) gehouden is tot betaling van de kosten in het kader van de plicht tot levensonderhoud, opvoeding en opleiding van het kind.
Volgende retributie is van toepassing voor de pedagogisch-didactische activiteiten en de (eendaagse) extra-murosactiviteiten (inclusief vervoer) en verschuldigd per schooljaar. Om de financiële inspanning voor de ouders te spreiden wordt het totaalbedrag van deze retributie gespreid over vier gelijke betalingen:
Activiteiten gemeenteschool GLOC
Kleuterschool + Lagere school: tarieven zoals opgenomen in bijlage bij dit besluit.
Activiteiten gemeenteschool Dijkstein
Kleuterschool + Lagere school: tarieven zoals opgenomen in bijlage bij dit besluit.
Activiteiten gemeenteschool Octopus
Kleuterschool + Lagere school: tarieven zoals opgenomen in bijlage bij dit besluit.
Zwemmen (voor de drie scholen): tegen kostprijs
De schuldenaar zoals bepaald in artikel 2 wordt op voorhand geïnformeerd over de activiteit en de retributie en is, behoudens tegenbericht, automatisch ingeschreven voor de activiteit.
Kinderen die over een persoonlijk abonnement op Technopolis beschikken, betalen het retributiebedrag verminderd met 9,50 euro indien deze activiteit deel uitmaakt van hun jaarlijkse klasactiviteiten.
Kinderen die over een persoonlijk abonnement op Planckendael beschikken, betalen het retributiebedrag verminderd met 12 euro indien deze activiteit deel uitmaakt van hun jaarlijkse klasactiviteiten.
Volgende retributie is van toepassing voor meerdaagse extra-murosactiviteiten (inclusief vervoer). Om de financiële inspanning voor de ouders te spreiden, wordt het totaalbedrag van deze retributie gespreid over vier gelijke betalingen:
Gemeenteschool GLOC
Gemeenteschool Dijkstein
Gemeenteschool Octopus
De schuldenaar zoals bepaald in artikel 2 wordt op voorhand geïnformeerd over de activiteit en de retributie en is, behoudens tegenbericht, automatisch ingeschreven voor de activiteit.
Volgende retributie is van toepassing voor diverse (facultatieve) dienstverleningen:
drankje | tegen kostprijs |
tussendoortje | tegen kostprijs |
warme maaltijd | tegen kostprijs |
tijdschriften en boeken (die niet voorkomen op de lijst met gratis materiaal) | tegen kostprijs |
nieuwjaarsbrief | tegen kostprijs |
fruit op school | tegen kostprijs |
turnkledij | tegen kostprijs |
zwemzak | tegen kostprijs |
fluo-hesje | tegen kostprijs |
steunacties | tegen kostprijs |
verloren of beschadigde boeken | tegen kostprijs |
DVD meerdaagse uitstap/bosklassen | tegen kostprijs |
heen en weer kaftje | € 2,00 |
deelname aan naschoolse sportactiviteit (in plaats van naschoolse opvang) | € 2,00 |
Deze artikelen worden na info op vrijwillige basis aangeboden en/of geconsumeerd. Bij openstaande schoolrekeningen waarvan de vervaldag is verstreken, kan de school beslissen deze artikelen te weigeren.
De retributie moet betaald worden binnen de dertig dagen nadat de betalingsuitnodiging wordt overgemaakt. Bij uitzondering kan de retributie contant betaald worden tegen afgifte van een ontvangstbewijs.
Voor kinderen die ingeschreven waren voor een actie of activiteit maar niet deelnamen, is de retributie niet verschuldigd indien een doktersattest kan voorgelegd worden.
Bij gebreke aan betaling van de retributie kan het bedrag ingevorderd worden conform artikel 177 van het decreet lokaal bestuur.
Dit reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur.
De lijsten zoals ze in de beleidsnota van de oude BBC (nominatieve subsidies, delegatie overheidsopdrachten,…) vervat zaten, bestaan niet meer. Het decreet lokaal bestuur heeft de huidige lijsten bij het budget losgekoppeld van de beleidsrapporten. Gelet op het feit dat de lijsten losgekoppeld zijn van de beleidsrapporten, nemen ze nu de vorm aan van afzonderlijke besluiten van de raad. Deze kunnen nog altijd gebundeld worden op een lijst, maar dit hoeft niet meer. Aangezien ze niet meer worden opgenomen in het meerjarenplan, kan de raad er afzonderlijk over beslissen, zonder dus een aanpassing van het meerjarenplan door te voeren, wat de flexibiliteit vergroot.
In de documentatie bij het meerjarenplan wordt wel nog een overzicht opgenomen van de toegestane werkings- en investeringssubsidies, waaronder ook de nominatief toegekende subsidies behoren. Dat overzicht houdt echter niet langer een beslissing in, maar is louter informatief. De documentatie maakt geen deel uit van het meerjarenplan en moet enkel ter beschikking worden gesteld aan de raadsleden.
De bevoegdheid voor “het toekennen van nominatieve subsidies” komt toe aan de raad. De raad moet dus een besluit nemen tot nominatieve toekenning van elke subsidie afzonderlijk. Om niet elk dossier apart voor te leggen aan de raad, wordt thans globaal een lijst van nominatief toe te kennen subsidies voorgelegd aan de gemeenteraad, die deze kan goedkeuren voor uitbetaling in 2020-2026. Wanneer bij de toekenning van deze bedragen zou afgeweken worden of wanneer een nieuwe nominatieve subsidie zou toegekend worden aan een begunstigde die niet in deze overzichtslijst is opgenomen én deze binnen de grenzen van de globale exploitatie of investeringen blijft, dient dat betreffend dossier apart aan de gemeenteraad voorgelegd te worden voor goedkeuring, zonder dat een aanpassing van het meerjarenplan vereist is.
De gemeenteraad geeft hiermee de opdracht aan het college van burgemeester en schepenen om de nominatieve subsidies uit te keren binnen het voorziene krediet per begunstigde zoals opgenomen in de bijlage. Een nominatieve subsidie wordt uitgekeerd op basis van een (dotatie)besluit of een subsidieaanvraag.
Aan de lijst goedgekeurd door de gemeenteraad in december 2023 wordt nog één subsidie toegevoegd:
De kredieten worden voorzien via verschuiving van werkingskosten (MJP001195: Opmaak visie en actie rond de groen blauwe dooradering binnen onze gemeente en is dus budgetneutraal voor het huidige meerjarenplan.
De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de BBC (BVR BBC).
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de BBC (MB BBC).
De omzendbrief KB/ABB 2019/4 over de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de BBC.
De gemeenteraad keurt de aangepaste nominatieve subsidies 2023-2025 volgens het document in bijlage gehecht goed.
De gemeenteraad geeft de opdracht aan het college van burgemeester en schepenen om de nominatieve subsidies uit te keren binnen het voorziene krediet per begunstigde zoals opgenomen in de bijlage. Een nominatieve subsidie wordt uitgekeerd op basis van een apart raadsbesluit of een subsidieaanvraag. Een subsidieaanvraag wordt ondersteund met een kasverslag, jaarverslag of activiteitenverslag waaruit de financiële vraag duidelijk is. Na controle kan een nominatieve subsidie uitbetaald worden onder voorbehoud dat het uitvoeren van een nominatieve subsidie een controlerecht inhoudt en dat de nominatieve subsidie (deels) kan teruggevorderd worden wanneer de subsidie niet wordt aangewend voor de algemene werking van de begunstigde en/of aanvrager.
Het decreet houdende de Intergemeentelijke samenwerking dd. 6 juli 2001.
De gemeenteraadsbeslissing dd. 3 maart 2008 houdende de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst van de interlokale vereniging GAS Rivierenland.
Het huishoudelijk reglement van de interlokale vereniging GAS Rivierenland.
Artikel 13 van het huishoudelijk reglement van de interlokale vereniging GAS Rivierenland bepaalt dat de door het beheerscomité vastgestelde jaarrekening ter goedkeuring moet worden voorgelegd aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten.
Het aandeel van Sint-Katelijne-Waver in de totale uitgaven GAS Rivierenland 2023 bedroeg 16.650,11 euro. GAS Rivierenland organiseert voor ons enerzijds de door de politie vastgestelde inbreuken van overlast en anderzijds inbreuken van verkeer. Sinds september 2022 is de samenwerking uitgebreid met snelheidsovertredingen zone 30 en zone 50. Voor deze laatste twee soorten inbreuken (snelheid en parkeren) komt er een supplementaire kost per dossier bij volgens de samenwerkingsovereenkomst. Deze kosten zitten niet mee vervat in deze afrekening en worden apart gefactureerd per kwartaal.
De inkomsten die in 2023 gerealiseerd werden, bedragen:
De gemeenteraad keurt de rekening werkjaar 2023 van de interlokale vereniging GAS Rivierenland goed.
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de interlokale vereniging GAS Rivierenland.
Op zondag 13 oktober 2024 vinden de lokale verkiezingen plaats waarna in december 2024 de nieuwe bestuursorganen zullen geïnstalleerd worden.
Het is aangewezen om nog voor de installatie van de nieuwe bestuursorganen het huishoudelijk reglement van de betrokken bestuursorganen op verschillende plaatsen te wijzigen.
Dit om de werking van de verschillende bestuursorganen meteen na hun aanstelling zo vlot als mogelijk te laten verlopen. Tegelijk worden enkele technische aanpassingen doorgevoerd.
Om verschillende redenen is het noodzakelijk om het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn te actualiseren:
Zie hiervoor het voorstel tot actualisatie in bijlage.
De wijzigingen zijn aangeduid in het geel, schrappingen met doorhalingen.
Dit voorstel van huishoudelijk reglement werd besproken met alle fractieleiders op maandag 27 mei 2024.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd het gewijzigde huishoudelijk reglement goed te keuren.
Het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad keurt het gewijzigde huishoudelijk reglement van de gemeenteraad goed. Dit gaat in op 2 december 2024 en vervangt vanaf die datum de vorige versie.
Ons bestuur hanteert momenteel de regel dat raadsleden die tijdens de legislatuur als onafhankelijk gaan zetelen, geen presentiegeld meer ontvangen voor een bijgewoonde zitting van een raadscommissie.
De gemeenteraad heeft in zitting van 8 november 2021 beslist dat de heer Jos Ceulemans, die sedertdien zetelt als onafhankelijk raadslid, geen zitpenningen meer zal ontvangen voor de bijgewoonde raadscommissies.
De gemeenteraad heeft in zitting van 29 april 2024 beslist dat mevrouw Sylke Pex, die sinds 27 maart 2024 zetelt als onafhankelijk raadslid, sinds dan geen zitpenningen meer zal ontvangen voor de bijgewoonde raadscommissies.
De regelgeving bepaalt dat er directe gevolgen zijn voor raadsleden die als onafhankelijk raadslid gaan zetelen: onafhankelijke leden kunnen niet meer als lid zetelen in de raadscommissies. Ze kunnen niet meer zetelen als vertegenwoordiger van de fractie waartoe ze niet langer behoren, noch namens een andere fractie. Een onafhankelijk raadslid kan ook geen lid zijn met raadgevende stem. Het betreffende lid mag de commissievergaderingen wel bijwonen en heeft daar spreekrecht, maar heeft geen recht op presentiegeld voor het bijwonen van deze vergaderingen.
Deze regel geldt echter niet voor raadscommissies waarvan alle gemeenteraadsleden lid zijn, wat in onze gemeente het geval is. In deze commissies zetelen de leden niet als vertegenwoordigers van een fractie, maar in hun hoedanigheid als raadslid. Het al dan niet zetelen als onafhankelijk raadslid speelt hierbij geen rol.
De gemeenteraad moet daarom haar eerder genomen beslissingen hierover intrekken en de achterstallige presentiegelden aan de betrokken raadsleden uitbetalen.
Er zal ook tot 10 jaar in de tijd teruggegaan worden om te onderzoeken welke raadsleden ten onrechte geen presentiegelden hebben ontvangen voor raadscommissies, en dit zal eveneens nog uitbetaald worden.
De gemeenteraad herziet haar beslissing van 8 november 2021 betreffende het niet uitkeren van presentiegelden aan de heer Jos Ceulemans voor het bijwonen van raadscommissies ingevolge de beslissing om te zetelen als onafhankelijk raadslid.
De achterstallige presentiegelden zullen overgemaakt worden aan de heer Ceulemans.
De gemeenteraad herziet haar beslissing van 29 april 2024 betreffende het niet uitkeren van presentiegelden aan mevrouw Sylke Pex voor het bijwonen van raadscommissies ingevolge de beslissing om te zetelen als onafhankelijk raadslid.
De achterstallige presentiegelden zullen overgemaakt worden aan mevrouw Pex.
Er zal ook tot 10 jaar in de tijd teruggegaan worden om te onderzoeken welke raadsleden ten onrechte geen presentiegelden hebben ontvangen voor raadscommissies, en dit zal eveneens nog uitbetaald worden.
Ons bestuur wenst 2 trajectcontroles in beide richtingen te installeren: voor Mechelbaan en Clemenceaustraat.
Deze aankoop kan gebeuren via een raamovereenkomst die Cipal DV sloot op basis van het bestek met nummer CSMRTIOH20 met de ondernemer Smartville, Steenweg op Deinze 154 te 9810 Nazareth. De gemeenteraad besliste op 28 maart 2022 tot toetreding van de opdrachtencentrale van Cipal dv via de raamovereenkomst “De verwerving en exploitatie van een multifunctioneel cloud platform voor de ondersteuning van duurzaam beleid door positieve incentivering, effectieve ontrading en correcte handhaving” (CSMRTIOH20), meer specifiek voor de aankoop van onze stadsapp.
Op basis van flitscampagnes en snelheidsmetingen is er geweten op welke plaatsen handhaving cruciaal is. Bijkomend is er gekeken naar invalswegen en plaatsen waar zwakke weggebruikers aanwezig zijn.
Naar aanleiding van de principiële beslissing genomen in het CBS van 13/11/2023 werd er in overleg gegaan met Smartville.
Volgende sites werden besproken.
Na het nazicht ter plaatse en verschillende overlegmomenten met PZ Bodukap blijkt Smartville alleen maar een aanbod te hebben voor de Mechelbaan en de Clemenceaustraat. Het aanbod van Smartville is niet compatibel met de reeds bestaande sites in de Molenstraat en de Borgersteinlei. Voor deze laatste sites wordt er naar een andere oplossing gezocht, eventueel met andere verdelers.
Voor de installatie van de 2 nieuwe trajectcontrolesites in Mechelbaan en Clemenceaustraat wenst ons bestuur beroep te doen op diezelfde raamovereenkomst van Cipal DV specifiek voor de installatie van trajectcontroles.
De kosten bedragen € 194.107,70 excl. btw excl. btw of 234.870,32 incl. btw. Deze aankoop gaat de bevoegdheden van dagelijks bestuur te boven waardoor de gemeenteraad de wijze van gunnen moet bepalen, i.c. door een beroep te doen op deze raamovereenkomst. Nadien kan het college overgaan tot de effectieve gunning.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikelen 2, 6° en 47 §2 die de aanbestedende overheden vrijstelt van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren wanneer ze een beroep doen op een aankoopcentrale.
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
Het besluit van de gemeenteraad van 11 maart 2019 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die kunnen beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.
Er is een krediet opgenomen voor het plaatsen van ANPR-camera's, deze raamovereenkomst kan hieronder kaderen. Er is nog voldoende budget beschikbaar.
De gemeente doet een beroep op de opdrachtencentrale van Cipal dv via de raamovereenkomst “De verwerving en exploitatie van een multifunctioneel cloud platform voor de ondersteuning van duurzaam beleid door positieve incentivering, effectieve ontrading en correcte handhaving” (Bestek CSMRTIOH20) voor de installatie van trajectcontroles.
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering.
De ontwerpopdracht voor de opdracht “Dorpskernvernieuwing. Beplanting Dijk en Dorp.” werd gegund aan Sweco Belgium nv, Posthofbrug2-4 te 2600 Antwerpen.
In het kader van de opdracht “Dorpskernvernieuwing. Beplanting Dijk en Dorp.” werd een bestek met nr. 2024/030 opgesteld door de ontwerper, Sweco Belgium nv, Posthofbrug2-4 te 2600 Antwerpen.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 224.318,00 excl. btw of € 271.424,78 incl. 21% btw.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36.
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
De beplanting Dijk en Dorp werd mee opgenomen onder de raming MJP001215 "Dorpskernvernieuwing OLVW - uitvoeren nodige infrastructuurwerken", voorlopig zijn er voldoende kredieten beschikbaar in het huidig goedgekeurde meerjarenplan om de opdracht uit te schrijven.
Het bestek met nr. 2024/030 en de raming voor de opdracht “Dorpskernvernieuwing. Beplanting Dijk en Dorp.”, opgesteld door de ontwerper, Sweco Belgium nv, Posthofbrug2-4 te 2600 Antwerpen worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De leiding van de werken wordt waargenomen door een afgevaardigde (leidend ingenieur) van Sweco, Posthofbrug 2-4 bus 1 te 2600 Antwerpen.
De contactgegevens van de leidend ingenieur zullen bij de startvergadering meegedeeld worden.
De raming bedraagt € 224.318,00 excl. btw of € 271.424,78 incl. 21% btw.
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare procedure.
De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld, goedgekeurd en bekendgemaakt op nationaal niveau.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2024, op budgetcode 224007/B4/0200 (actie/raming AC000078/MJP001215).
De gemeente Sint-Katelijne-Waver wenst het bestaand ruiterpad door te trekken via de Grensstraat en het Geleeg om als uiteindelijke einddoel de Donderheide te bereiken. Het huidige ruiterpad loopt van de oude renbaan aan de Muilshoek, over de Abeel via de verbinding naar de Gasthuisvelden en helemaal rond de Gasthuisbossen. Vanuit de percelen van Natuurpunt loopt het wandel- en ruiterpad vervolgens door via enkele private percelen en de percelen van de provincie naar Muilshoek. Met de voorgestelde nieuwe rooilijn langs het gepachte perceel van de gemeente kan het pad nu verder lopen naar de Grensstraat om vervolgens langs het bestaande fietspad door te steken naar Geleeg. In een volgende fase wordt het ruiterpad dan via het Geleeg over een aantal percelen doorgetrokken tot de Donderheide.
De Grensstraat en het Geleeg zijn veel gebruikte straten door fietsers en in het bijzonder als alternatieve schoolroute naar de middelbare school in Onze-Lieve-Vrouw-Waver met beveiligde fietsoversteek aan de Berlaarbaan. De bijkomende verweving met de doortrekking van het ruiterpad vraagt om een uitgebreide en bredere rooilijn om alle bewegingsstromen op een veilige manier te laten verlopen in beide straten. Beide straten worden namelijk ook veel gebruikt als wandelpaden omwille van de verbindingsmogelijkheden tussen de kernen van Sint-Katelijne-Waver en Onze-Lieve-Vrouw-Waver.
Er wordt dus een nieuwe rooilijn opgemaakt voor de verbreding van de Grensstraat, de uitbreiding van het ruiterpad over het eigen, gemeentelijk perceel tot aan de Grensstraat met verbreding tot gevolg en vervolgens parallel aan het fietspad tot aan Geleeg. De rooilijn van Geleeg wordt ook aangepast om meer overzicht te creëren en een mogelijkheid te voorzien voor uitwijkstrook en parkeerstrook in waterdoorlatend materiaal.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om binnen het grotere geheel van het GRUP Gasthuisvelden-Donderheide deze nieuwe rooilijnen goed te keuren. De nieuwe rooilijnen zorgen voor een veilige inrichting voor verschillend gebruik van het huidig openbaar en toekomstig openbaar domein. Tezamen wordt gevraagd om de oude en/of feitelijke rooilijnen binnen het plangebied af te schaffen.
De Grensstraat is een smalle asfaltweg met een beperkte feitelijke rooilijn. Binnen deze feitelijke rooilijn vallen berm, gracht en verlichtingspalen. Ter plaatse kan vastgesteld worden dat de berm aan de zuidkant voor deze twee functies te smal is en de verlichtingspalen wegzakken. Een beperkte verbreding van de berm aan de zuidkant geeft extra ruimte om dit op te lossen. De beperkte berm aan de noordkant wordt bevestigd als bestaande rooilijn op 2,5 meter uit de as van de weg.
Het verkeer in de Grensstraat is zeer divers vanwege het recreatieve karakter van de straat. Er komen verschillende functies samen (wagens, fietsers, wandelaars). De Grensstraat is opgenomen in de schoolroutes voor fietsers met een veilige oversteek t.h.v. de Berlaarbaan. De Berlaarbaan is opgenomen in de rioleringsdossiers van Aquafin en zal in de komende jaren verbreed en vernieuwd worden. Omdat de aansluiting met de Berlaarbaan belangrijk is voor de veiligheid van fietsers, ruiters en wandelaars wordt deze voor wat betreft de eigendommen aan Berlaarbaan 311 en naast en achterliggende percelen nu al meegenomen in dit project. Vooraan Berlaarbaan 311, 313 en 315 liggen nog wegoverschotten die nu ineens meegenomen worden voor verbreding van de Berlaarbaan aan de veilige oversteek. Met het gekoppelde rooilijn- en onteigeningsplan wordt een verkoop/ruil voorzien van deze wegoverschotten voorzien om ze juridisch in orde te stellen.
Ook de verbinding halverwege de Grensstraat die aansluiting geeft met het wandel- en ruiterpad van het Waverwoud is deel van dit project. Een deel van de verbinding is al eigendom van de gemeente en zal verder ingericht worden. Hiervoor zal door vermelde landmeter later nog een omgevingsvergunning worden ingediend.
Ook het Geleeg is een smalle asfaltweg met een beperkte feitelijke rooilijn. Binnen deze feitelijke rooilijn vallen berm, gracht en verlichtingspalen. Ter plaatse kan vastgesteld worden dat deze straat smal is waardoor ter hoogte van de aansluiting van fietspad en ruiterpad onvoldoende zicht is. Om veiligheidsredenen is een verbreding en aanpassing van de rooilijn ook hier nodig.
Samenhang met de wettelijke bepalingen:
De basisdoelstelling van het Decreet Gemeentewegen is de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren door middel van een geïntegreerd beleid op lokaal niveau.
Bijzondere aandacht gaat naar het garanderen van de huidige en toekomstige behoeften inzake zachte mobiliteit, onder meer door maatregelen te nemen voor de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen. Trage verbindingen zijn van belang voor een veilig functioneel en recreatief verkeer in de ruimtelijke structuur van een gemeente. Een netwerk van trage wegen draagt bij tot een aangename en veilige mobiliteit.
In het licht van de doelstellingen van het Decreet Gemeentewegen is het dan ook wenselijk dat de betreffende stroken grond over de ingetekende breedte in aanmerking zouden komen als gemeenteweg.
Het beleid van de gemeente Sint-Katelijne-Waver is overeenkomstig artikel 3 van het Decreet Gemeentewegen gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling, waarbij de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen worden. Met de aanleg van een gescheiden ruiterpad kunnen wandelaars, fietsers en ruiters zich op een veilige manier verplaatsen op het grondgebied van de gemeente Sint-Katelijne-Waver.
Het ruiterpad tussen Gasthuisbossen en Grensstraat komt gescheiden van de wandelverbinding te liggen, tussen Grensstraat en Geleeg komt het ruiterpad gescheiden van de bestaande fietsverbinding te liggen, zodat het comfort en het onderhoud verbeterd kan worden. In een volgende fase zal het trage verkeer richting Donderheide nog zo veel als mogelijk verder eigen paden krijgen om optimaal comfort en veiligheid te bieden.
Beleid van de gemeente:
De gemeente Sint-Katelijne-Waver besteedt bijzondere aandacht aan de trage wegen op haar grondgebied en de uitbouw van een fijnmazig en veilig verkeersnetwerk voor zwakke weggebruikers zodat wandelaars en fietsers veelvuldig gebruik kunnen maken van de trage wegen op het grondgebied van de gemeente.
Het betreft een actief speerpunt van de gemeente Sint-Katelijne-Waver.
De herwaardering van en aansluiten op bestaande trage wegen wordt door de dienst patrimonium van de gemeente Sint-Katelijne-Waver ter harte genomen. De dienst patrimonium heeft reeds veelvuldig initiatieven genomen om met eigenaars in onderhandeling te gaan om zoveel mogelijk dit fijnmazig netwerk te kunnen vervolledigen.
Eveneens worden langs deze trage wegen kleine landschapselementen voorzien die kaderen in het ruimtelijk beleid, meer specifiek het hier geldende GRUP Gasthuisbossen-Donderheide. Voor de concrete aanleg van de verbindingen wordt zoals hierboven vermeld door de landmeter een omgevingsvergunning ingediend. Zonder voorafname te doen op deze vergunningsaanvraag zal deze beperkt zijn, de nieuwe verbindingen zullen grotendeels waterdoorlatend zijn, het bestaande grachtenstelsels wordt uitgebreid en verbonden, water wordt vertraagd afgevoerd en overbruggingen beperkt tot de noodzaak. Niveauwijzigingen blijven eveneens beperkt en overal minder dan 50 cm.
Openbaar onderzoek
Het door de gemeenteraad voorlopig vastgestelde rooilijnplan werd overeenkomstig artikel 17, §2 van het Decreet Gemeentewegen door het college van burgemeester en schepenen onderworpen aan een openbaar onderzoek dat liep van 1 mei 2024 tot en met 31 mei 2024.
Er werden 4 bezwaren/opmerkingen ingediend die verband hielden met het voorlopig vastgestelde rooilijnplan.
Na het openbaar onderzoek wordt het dossier opnieuw voorgelegd aan de gemeenteraad met de resultaten van het openbaar onderzoek, waarna de gemeenteraad standpunt over de bezwaren en opmerkingen heeft kunnen innemen. Over de behandeling van de bezwaren, standpunten en opmerkingen werd een verslag opgemaakt waarin de bezwaren, standpunten en opmerkingen worden ontmoet en worden beantwoord. Waar nodig werden de bezwaren, standpunten en opmerkingen daarin weerlegd opdat het voorlopig rooilijnplan van landmeter-expert Paul Van de Voorde van 28 februari 2024 definitief kan worden vastgesteld. Het definitief rooilijnplan bevat tevens een aantal materiële rechtzettingen van landmeter Paul Van de Voorde, zo worden de oppervlaktes bij innames 19 en 20 verbeterd van het kadastraal perceel en wordt het juiste perceelnummer bij inname 17 weergegeven.
De gemeenteraad kan de beantwoording en weerlegging van de opmerkingen en argumenten zoals uiteengezet in dit verslag, dat in bijlage gevoegd wordt en integraal mee deel uitmaakt van onderhavige beslissing, alvast volledig bijtreden en zal vervolgens kunnen besluiten tot de definitieve vaststelling van het rooilijnplan, met de hierop ingetekende rooilijnen, innames, wegoverschotten en erfdienstbaarheden, zoals dit werd opgemaakt dd. 28/02/2024 door landmeter-expert Paul Van de Voorde gevestigd te Putte.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017
Het Decreet houdende gemeentewegen van 3 september 2019
De gemeenteraad keurt het verslag van de behandeling van de bezwaren, opmerkingen en standpunten die in het kader van het openbaar onderzoek werden ingediend, goed en kan de beantwoording en weerlegging van de opmerkingen en argumenten zoals uiteengezet in dit verslag dat in bijlage gevoegd wordt en integraal mee deel uitmaakt van onderhavige beslissing, volledig bijtreden.
De gemeenteraad keurt het rooilijnplan definitief goed zoals dit werd opgemaakt dd. 28/02/2024 door landmeter-expert Paul Van de Voorde gevestigd te Putte.
De gemeenteraad neemt de stroken binnen de nieuwe vastgestelde rooilijnen op in de openbare wegenis.
De gemeenteraad bevestigt de innames zoals weergegeven op het plan zoals dit werd opgemaakt dd. 28/02/2024 door landmeter-expert Paul Van de Voorde gevestigd te Putte. op de percelen kadastraal gekend als:
inname | KADASTRAAL SINT- KATELIJNEWAVER AFD. | sectie | perceelnr | perceel opp in m² | Oppervlakte binnen rooilijn in m² |
1 | 1 | B | 403 E/2 | 6.003 | 250 |
2 | 1 | B | 402 /A | 7.020 | 152 |
3 | 1 | B | 401 /A | 9.585 | 618 |
4 | 1 | B | 395 /G | 1.468 | 1.571 |
5 | 3 | B | 11 E | 8.961 | 496 |
6 | 3 | B | 11 E | 8.961 | 1.386 |
7 | 3 | B | 24 P | 2.934 | 469 |
8 | 3 | B | 22 / 02B | 3.375 | 44 |
9 | 3 | B | 23 F | 2.224 | 420 |
10 | 3 | B | 23 F | 2.224 | 206 |
11 | 3 | B | 21 R | 339 | 155 |
12 | 3 | B | 13 P | 9.364 | 664 |
13 | 3 | B | 43 D | 4.232 | 184 |
14 | 3 | B | 43 E | 4.233 | 60 |
15 | 3 | B | 43 F | 4.232 | 50 |
16 | 3 | B | 20 S | 4.591 | 419 |
17 | 3 | B | 11 E | 3.042 | 339 |
18 | 3 | B | 44 F | 1.587 | 38 |
19 | 3 | B | 12 V | 1.014 | 299 |
20 | 3 | B | 12 X | 3.042 | 7 |
De gemeenteraad verzoekt het college van burgemeester en schepenen om het besluit tot definitieve vaststelling van het rooilijnplan zoals dit werd opgemaakt dd. 28/02/2024 door landmeter-expert Paul Van de Voorde, te publiceren op de gemeentelijke website en aan te plakken bij het gemeentehuis en ter plaatse, minstens aan het begin- en eindpunt van de vastgestelde wegenis.
Verder verzoekt de gemeenteraad het college van burgemeester en schepenen iedereen die in het kader van het openbaar onderzoek een standpunt, opmerking of bezwaar heeft ingediend met een beveiligde zending op de hoogte te brengen van het besluit van de gemeenteraad tot definitieve vaststelling van het gemeentelijke rooilijnplan zoals dit werd opgemaakt dd. 28/02/2024 door landmeter-expert Paul Van de Voorde gevestigd te Putte.
Tenslotte verzoekt de gemeenteraad het college van burgemeester en schepenen het rooilijnplan zoals dit werd opgemaakt dd. 28/02/2024 door landmeter-expert Paul Van de Voorde gevestigd te Putte samen met het besluit van de gemeenteraad tot definitieve vaststelling van het gemeentelijk rooilijnplan onmiddellijk na de definitieve vaststelling met een beveiligde zending te bezorgen aan het departement en aan de deputatie van de provincie waarin de gemeente Sint-Katelijne-Waver ligt.
De gemeenteraad verzoekt het college van burgemeester en schepenen - als de gemeente niet binnen een termijn van dertig dagen op de hoogte is gebracht van een georganiseerd administratief beroep als vermeld in artikel 24 van het Decreet Gemeentewegen - het besluit tot definitieve vaststelling van het gemeentelijke rooilijnplan bij uittreksel bekend te maken in het Belgisch Staatsblad en te publiceren op de gemeentelijke website.
Het besluit tot definitieve vaststelling van het gemeentelijke rooilijnplan zoals dit werd opgemaakt dd. 28/02/2024 door landmeter-expert Paul Van de Voorde heeft uitwerking veertien dagen na bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Voor het toekennen van een nieuwe straatnaam voor de weg aan de nieuwe vrijetijdssite 't Gewent heeft de gemeenteraad op 29 april 2024 de straatnaam voorlopig vastgesteld. Het openbaar onderzoek liep van 1 mei 2024 tot en met 31 mei 2024 8 uur.
Het openbaar onderzoek voor het toekennen van een nieuwe straatnaam voor de weg aan de nieuwe vrijetijdssite 't Gewent liep van 1 mei 2024 tot en met 31 mei 2024 8 uur.
Er werden geen schriftelijke bezwaren ingediend.
De gemeenteraad dient de straatnaam definitief vast te stellen.
De decreten van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van openbare wegen en pleinen, gewijzigd bij decreten dd. 28 januari 1977, 1 juli 1987, 4 februari 1977 en 29 november 2002.
De gemeenteraad beslist dat de te verleggen straat aan de nieuwe vrijetijdssite 't Gewent, tussen Gelaagputten en Leliestraat te Sint-Katelijne-Waver definitief de benaming Zomerland krijgt.
Tijdens de gemeenteraad van 25 juni 2018 werd er beslist om subsidies toe te kennen aan G-werking van sportverenigingen ten bedrage van de inkomsten van de textielcontainers.
Sinds 2 jaar is er bij Gidsen Sint-Katrien een Akabe-tak opgericht. Deze werking wilden we gelijkstellen met de G-werking binnen de sportclubs. Hiervoor keurde de gemeenteraad op 4 september 2023 een aanpassing aan het reglement goed. De aanvragen en uitbetaling van deze subsidie zijn correct en vlot verlopen. We stellen nu voor om het budget beter te spreiden onder de verenigingen die G-sport aanbieden, door 25% van het budget te verdelen onder de aanvragers als basissubsidie en 75% te verdelen op basis van het aantal leden.
Door het reglement te herstemmen bekomen we een betere spreiding, niet alleen op basis van het aantal leden. Verenigingen met veel G-leden hebben niet altijd in verhouding meer kosten dan verenigingen met minder G-leden. Vandaar deze aanpassing.
Met ingang van 1 januari 2024 en voor een periode eindigend op 31 december 2025 stemt de gemeenteraad het subsidiereglement dotatie textiel voor de toekenning van een subsidie voor G-werking aan sport- en jeugdverenigingen.
De subsidie heeft als doel dat de inkomsten die het gemeentebestuur ontvangt van de textielcontainers, gebruikt wordt om de G-werking van sport- en jeugdverenigingen te ondersteunen.
De financiële verantwoording van de aanwending subsidie is moeilijk te bepalen, niet elke persoon met een beperking heeft evenveel bijkomende aanpassingen nodig. Enkel de ledenlijst van de G-werking zal dan ook de verdeling van de subsidie bepalen.
Een inhoudelijke verantwoording van hoe de subsidie wordt aangewend, dient echter wel te worden overgemaakt, bvb. in de vorm van een activiteitenverslag. De bedoeling is om hiermee goed te kunnen aantonen wat de G-werking van de club juist inhoudt, o.a. welk soort activiteiten georganiseerd worden en hoe frequent.
De gemeenteraad delegeert de uitvoering van dit subsidiereglement aan het college van burgemeester en schepenen.
Dit reglement vervangt de voorgaande beslissing hieromtrent, genomen door de gemeenteraad van 4 september 2023.
De overgang tussen de oude en de nieuwe laag asfalt is nog steeds niet goed aangelegd met lawaaihinder voor de buren tot gevolg. Dit werd al meermaals ter sprake gebracht.
Kan men AWV aansporen om dit euvel definitief op te lossen aub?
Bij dit puntje willen we ook nog een ander probleem op het fietspad van de Liersesteenweg aankaarten. Daar liggen er 2 riooldeksels zeer gevaarlijk bij (wellicht na de werken van Fiberklaar), kan men die werken aub laten uitvoeren aub?
Op een vorige gemeenteraad heeft de schepen gezegd dat er tellingen gingen gebeuren door AWV inzake het verkeer op de R6 en de afwikkeling ervan naar gemeentelijke straten. Zijn deze intussen al gebeurd? Indien niet, kunnen er dan vanuit onze diensten tellingen gebeuren op Berlaarbaan en Mechelbaan?
Tijdens de vorige legislatuur werd het principe van de buurtcaravan ingevoerd, waarbij een bepaalde wijk of buurt een grondig onderhoud van het groen én eventueel infrastructuur kreeg,
Graag willen we informeren of dit nog wordt toegepast. En zo ja, kunnen jullie een overzicht geven van welke buurten er gedaan zijn tijdens deze legislatuur en welke buurten er dan dit jaar nog aan de beurt kom?
In de Stationsstraat zijn de dwarssnedes in de baan nog steeds niet serieus aangepakt. Door de weersomstandigheden steken de klinkers (waarmee deze zijn opgevuld) nu naar alle kanten. Kan me naar aub het nodige voor doen?
We krijgen vanop meerdere plaatsen zoals Leyland, Borgersteinlei en station de bemerking dat er na het leegmaken van de glasbollen vaak glasscherven liggen en dat er dan vooral fietsers lekke banden rijden. Is de ophaler verantwoordelijk voor het opkuisen van glasresten of wordt dat door de gemeentediensten gedaan?
Steeds meer zien we ook dat er andere zaken dan glas worden achtergelaten op de plaatsen. Hoe kan er daar meer op toegekeken worden?
Tijdens de vorige legislatuur heeft onze gemeente een stuk grond aangekocht van een buurtbewoner voor de aanleg van een wadi die nodig was voor de bouw van de nieuwe kleuterschool van Octopus. Er werd toen beloofd dat deze zeker zou worden onderhouden.
Ondertussen staat deze vol onkruid. Dit werd reeds doorgegeven maar er is ondertussen nog niets mee gebeurd. Kan de groendienst daar dringend langsgaan aub?
Er werd ons gesignaleerd dat er op de begraafplaats van Pasbrug-Nieuwendijk meermaals loslopende honden aanwezig zijn, die daar ook hun behoeften doen. Kan men daar beter op toezien?
Betreft vernieuwen Lindestraat: wanneer worden de miskleunen van het ontwerpbureau aangepakt en door de aannemer de juiste herstellingen uitgevoerd?
Tijdens de voorbije verkiezingen is het op sommige plaatsen echt mank gelopen met lange rijen tot gevolg. Zelfs mensen die tijdens het wachten onwel zijn geworden. Hoe is dat kunnen gebeuren?
Zoals gewoonlijk vormden er zich lange rijen voor de stembureaus tijdens de voorbije verkiezingen. Heeft het bestuur klachten of opmerkingen gekregen over de inrichting van deze stembureaus en gaan er aanpassingen gebeuren voor de verkiezingen in oktober 2024?
- nu was het zonnig en droog maar wat bij regenweer in oktober?
- buiten gebeurde er geen aanduiding van de stembureaus wat leidde tot grote files
- sommige stembureaus hadden duidelijk meer kiezers te verwerken dan andere, is het aantal kiezers niet evenredig verdeeld?
- kan men in Bruultjeshoek niet met twee ingangen werken
- kan men het verkeer dat naar de parking komt niet enkelrichting geven zodat zij via de Waverlaan terug naar de VInkenhofstraat
De voorzitter overloopt de agenda's van de maanden juni, juli en augustus 2024.