VCRO artikel 2.3.2,§2, tweede lid.
Omgevingsvergunningendecreet artikel 75.
Artikel 75, §1, lid 2 van het omgevingsvergunningendecreet bepaalt dat in sommige gevallen het verplicht is om een last op te leggen.
Artikel 75, §3, 4° bepaalt dat financiële lasten slechts kunnen worden opgelegd als dit geregeld wordt in een stedenbouwkundige verordening.
Het college van burgemeester en schepenen keurde de verordening en het bijhorende belastingreglement goed op 7 juni 2024.
De verplichte adviesinstantie (gecoro, departement Omgeving en provincie) gaven allen een gunstig advies.
Tijdens het openbaar onderzoek werden geen bezwaren of opmerkingen ontvangen.
Het bijhorende belastingreglement wordt door de dienst financiën op dezelfde gemeenteraad geagendeerd ter goedkeuring.
De gemeente Sint-Katelijne-Waver legt vandaag financiële lasten op bij omgevingsvergunningen op basis van het volgende instrument:
Het is de bedoeling deze bestaande praktijk thans te verankeren in een stedenbouwkundige verordening, teneinde te voldoen aan de juridische verplichtingen voortvloeiend uit het Instrumentendecreet. Een stedenbouwkundige verordening is nodig om de financiële last te kunnen blijven opleggen bij omgevingsvergunningen.
Verder is het de bedoeling om in de stedenbouwkundige verordening een rechtsgrond te creëren voor het opleggen van financiële lasten in een aantal van de gevallen waarin het nieuwe artikel 75, §1, lid 2 van het Omgevingsvergunningendecreet vanaf 1 januari 2024 de bevoegde overheid verplicht om aan de omgevingsvergunning een stedenbouwkundige last te verbinden, inz. inzake de afwerkingsregel en de basisrechten voor zonevreemde constructies en zonevreemde functiewijzigingen.
Lasten kunnen financieel of in natura zijn. Voor de verplichte lasten wordt principieel gekozen voor een financiële last omdat deze duidelijk, objectief en eenvormig is. Een last in natura moet daarenboven ook vergezeld zijn van een financiële waarborg die de volledige geraamde kost van de last dekt. Dit vereist een dubbele financiële inspanning van de belastingplichtige en brengt een aanzienlijke administratieve belasting met zich mee (bijhouden, controle en handhaving).
De Vlaamse overheid bezorgde elke gemeente een modelontwerp met een vork aan bedragen voor de verplichte lasten. Het college kiest telkens voor de mediaan van de voorgestelde bedragen, net zoals de gemeente Duffel.
De grondslag voor de bestaande gemeentelijke belasting op het bouwen, verbouwen en herbouwen wordt mee verankerd in deze verordening. Dit bedrag (€0,4/m³) wordt niet gewijzigd.
De verordening legt de definities, toepassingsgebied, vrijstellingen, bestemming, betalingsmodaliteiten en inwerkingtreding vast. De bedragen van alle in de verordening opgenomen financiële lasten worden vastgelegd in het gemeentelijk belastingreglement. De dienst financiën agendeert de wijziging van voornoemd belastingreglement op dezelfde gemeenteraad.
Procedure
Openbaar onderzoek en adviesronde
Het ontwerp van de stedenbouwkundige verordening inzake financiële lasten, goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 8 april 2024, werd onderworpen aan een openbaar onderzoek en de volgende adviesinstanties werden bevraagd:
Het openbaar onderzoek liep van 2 mei 2024 tot en met 31 mei 2024. Tijdens het openbaar onderzoek werden geen opmerkingen of bezwaren ontvangen.
Het departement Omgeving heeft geen advies verstrekt.
De deputatie bracht op 23 mei 2024 een advies uit omtrent de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake financiële lasten bij omgevingsvergunningen en formuleerde tevens enkele bedenkingen. De bedenkingen van de deputatie en de wijze waarop hiermee wordt omgegaan, worden hieronder toegelicht:
Deze vrijstelling betreft een beleidskeuze die reeds vervat zit in het huidige belastingreglement van de gemeente Sint-Katelijne-Waver waarin de tarieven voor deze last zijn opgenomen. De verhouding tussen de volumes van de serres en de winstmarges in de tuinbouwsector zijn sterk verschillend met de andere bedrijfssectoren, wat dit verschil rechtvaardigt. Daarnaast ervaart de gemeente dat na beëindiging van de landbouwactiviteiten een serre vaak wordt afgebroken, terwijl loodsen/bijgebouwen bij het voorheen bestaand landbouwbedrijf geregeld blijven staan, waarna mogelijks een vergunningsplichtige functiewijziging wordt aangevraagd.
Deze beleidskeuze heeft te maken met het bescheiden woonaanbod, dat eveneens enkel van toepassing is op woningen tot 550 m³ en geen enkele andere functies of woningbijgebouwen. De gemeente wenst bescheiden woningen niet te belasten vanwege hun doelgroep.
Aangezien in het bijhorende belastingreglement enkel een volumebelasting wordt bepaald, wordt het begrip ‘constructie’ in de verordening vervangen door het begrip ‘gebouw’. Daarnaast worden in het bijhorende belastingreglement eerder beperkte bedragen gekoppeld aan de financiële last, zodat de hoogte van de last in verhouding is tot de meerkost voor de gemeente en momenteel geen ruimere differentiatie zich opdringt. Dit kan in de toekomst bij verhoging van de bedragen desgevallend herbekeken worden.
De gemeente is zich hier terdege van bewust en zal evalueren of in de toekomst een wijziging naar een financiële last zich opdringt.
De GECORO heeft tijdens haar vergadering van 22 april 2024 het ontwerp van stedenbouwkundige verordening besproken en een gunstig advies uitgebracht. De opmerkingen/suggesties van de GECORO en de wijze waarop hiermee wordt omgegaan, worden hieronder toegelicht:
Met huidige verordening wordt de bestaande praktijk verankerd in een stedenbouwkundige verordening teneinde te voldoen aan de juridische verplichtingen voortvloeiend uit het Instrumentendecreet van 3 juli 2023. Enkel in geval van een stedenbouwkundige verordening kan nog een financiële last gekoppeld worden aan een omgevingsvergunning. Het staat de gemeente uiteraard vrij om de stedenbouwkundige verordening te herzien wanneer hiertoe aanleiding zou bestaan, maar op heden is de gemeente middels onderhavige verordening juridisch in orde om financiële lasten te verbinden aan een omgevingsvergunning.
De gemeente opteert voorlopig hier de systematiek van de modelverordening van het departement Omgeving te volgen. Het staat de gemeente uiteraard vrij om de stedenbouwkundige verordening te herzien wanneer hiertoe aanleiding zou bestaan.
In antwoord op het advies van de GECORO worden niet-limitatief enkele voorbeelden opgenomen in de verordening ter verduidelijking van het begrip “openbaar nut” en “welzijnsinrichtingen”. Daarnaast wordt een nieuwe categorie toegevoegd aan de vrijstellingen: “De omgevingsvergunningsaanvragen ingediend door sport-, jeugd- en socio-culturele verenigingen zonder winstoogmerk of zonder lucratieve doeleinden”. Deze categorie wordt niet gevat onder de categorie “openbaar nut”. Dergelijke toevoeging vergt geen nieuw openbaar onderzoek, aangezien de wijziging voortvloeit uit een ontvangen advies (van de GECORO) lopende het openbare onderzoek, en het geen fundamentele wijziging betreft van de strekking van de verordening doch louter een uitbreiding van de vrijstellingsregeling.
MER-screening
Team-MER is van oordeel dat dit type van stedenbouwkundige verordening geen kader voor vergunningverlening van projecten vormt, waardoor dergelijke verordening niet onder het toepassingsgebied van de plan-MER-screeningsplicht valt.
Verdere procedure
De gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake financiële lasten bij omgevingsvergunningen wordt samen met het besluit van de gemeenteraad en het volledige advies van de GECORO binnen 10 dagen na de definitieve vaststelling met een beveiligde zending bezorgd aan de deputatie en het departement Omgeving, dit overeenkomstig artikel 2.3.2, §2, laatste lid VCRO. Zij beschikken over een schorsingstermijn van 45 dagen. Tien dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad wordt de verordening van kracht.
De gemeenteraad keurt de stedenbouwkundige verordening inzake financiële lasten bij omgevingsvergunningen, zoals bijgevoegd in bijlage, goed.
De gemeenteraad geeft de administratie de opdracht om de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake financiële lasten bij omgevingsvergunningen, het vaststellingsbesluit en het volledige advies van de GECORO over te maken aan de deputatie en het departement Omgeving.