Terug
Gepubliceerd op 18/06/2024

2024_GR_00096 - Belastingen en retributies - Belasting op bouwen, verbouwen en herbouwen van 1 juli 2024 tot en met 31 december 2025 - Vaststelling

gemeenteraad
ma 17/06/2024 - 20:00 Raadzaal
Goedgekeurd
Dit besluit handelt over een Belastingreglement, type Contantbelasting. Dit reglement treedt in werking op 01/07/2024 en eindigt op 31/12/2025
  • Bijkomende aanslagvoet: Nee

Samenstelling

Aanwezig

Kathleen Rombauts, voorzitter; Kristof Sels; Eric Janssens; Joris De Pauw; Sven Verelst; Jeroen Baeten; Jan Broes; Sarah De Keyser; Ronny Slootmans; Maurice Verheyden; Tom Ongena; Jan Van Itterbeeck; Jos Ceulemans; Jos Moeyersons; Greet Saels; Sylke Pex; Geert Vertommen; Katrien Willems; Lore Roelandts; Karolien Frans; Thomas Mariën; Wim Marnef; Annelies Bal; Bart De Boeck; Sander Jeurissen; Gunter Desmet, algemeen directeur

Verontschuldigd

Kris Hapers; Sven Vercammen

Secretaris

Gunter Desmet, algemeen directeur

Voorzitter

Kathleen Rombauts, voorzitter

Stemming op het agendapunt

2024_GR_00096 - Belastingen en retributies - Belasting op bouwen, verbouwen en herbouwen van 1 juli 2024 tot en met 31 december 2025 - Vaststelling

Aanwezig

Kathleen Rombauts, Kristof Sels, Eric Janssens, Joris De Pauw, Sven Verelst, Jeroen Baeten, Jan Broes, Sarah De Keyser, Ronny Slootmans, Maurice Verheyden, Tom Ongena, Jan Van Itterbeeck, Jos Ceulemans, Jos Moeyersons, Greet Saels, Sylke Pex, Geert Vertommen, Katrien Willems, Lore Roelandts, Karolien Frans, Thomas Mariën, Wim Marnef, Annelies Bal, Bart De Boeck, Sander Jeurissen, Gunter Desmet
Stemmen voor 25
Eric Janssens, Jeroen Baeten, Jan Broes, Kristof Sels, Tom Ongena, Joris De Pauw, Maurice Verheyden, Jos Moeyersons, Bart De Boeck, Sven Verelst, Sylke Pex, Thomas Mariën, Wim Marnef, Sarah De Keyser, Greet Saels, Geert Vertommen, Annelies Bal, Jos Ceulemans, Karolien Frans, Katrien Willems, Lore Roelandts, Sander Jeurissen, Ronny Slootmans, Jan Van Itterbeeck, Kathleen Rombauts
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2024_GR_00096 - Belastingen en retributies - Belasting op bouwen, verbouwen en herbouwen van 1 juli 2024 tot en met 31 december 2025 - Vaststelling 2024_GR_00096 - Belastingen en retributies - Belasting op bouwen, verbouwen en herbouwen van 1 juli 2024 tot en met 31 december 2025 - Vaststelling

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

dlb0004 dlb0018

Regelgeving: bevoegdheid (bijzonder)

Artikel 170, §4 van de Grondwet: uitdrukkelijke bevoegdheid van de gemeenteraad voor het invoeren van belastingen.

Aanleiding en context

VCRO artikel 75, paragraaf 3, 4°, zoals gewijzigd door het Instrumentendecreet van 26 mei 2023 bepaalt dat financiële lasten slechts kunnen worden opgelegd als dit geregeld wordt in een stedenbouwkundige verordening. Deze regeling trad op 1 januari 2024 in werking. 

Indien de gemeente financiële lasten wil opleggen in omgevingsvergunningen zal dat wettelijk pas kunnen nadat zulke verordening goedgekeurd is.

Argumentatie

Aangezien het afleveren van bouwvergunningen kosten met zich meebrengt, is het billijk om hiervoor een belasting te vestigen.

Omwille van de financiële behoefte van de gemeente is het nodig om de reeds bestaande belastingreglementen te behouden.

Lasten kunnen financieel of in natura zijn. Voor de verplichte lasten wordt principieel gekozen voor een financiële last omdat deze duidelijk, objectief en eenvormig is. Een last in natura moet daarenboven ook vergezeld zijn van een financiële waarborg die de volledige geraamde kost van de last dekt. Dit vereist een dubbele financiële inspanning van de belastingplichtige en brengt een aanzienlijke administratieve belasting met zich mee (bijhouden, controle en handhaving).

De grondslag voor de bestaande gemeentelijke belasting op het bouwen, verbouwen en herbouwen wordt mee verankerd in deze verordening. Deze bedragen worden niet gewijzigd.

De verordening legt de definities, toepassingsgebied, vrijstellingen, bestemming, betalingsmodaliteiten en inwerkingtreding vast. De bedragen van alle in de verordening opgenomen financiële lasten worden vastgelegd in het gemeentelijk belastingreglement.

Juridische grond

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 2018 betreffende de bekendmaking en raadpleegbaarheid van besluiten en stukken van het lokaal bestuur, betreffende de wijze waarop de reglementen en verordeningen van het lokaal bestuur worden bijgehouden in het register en betreffende de raadpleegbaarheid van de besluiten van de politiezones en hulpverleningszones

De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit

Het gemeenteraadsbesluit van 22 juni 2020 houdende de goedkeuring van een belasting op bouwen, verbouwen en herbouwen van 1 juli 2020 tot en met 31 december 2025

Het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, waarbij:

  • Artikel 75 §1 lid 2 bepaalt dat in sommige gevallen het verplicht is om een last op te leggen
  • Artikel 75 §3, 4° bepaalt dat financiële lasten slechts kunnen worden opgelegd als dit geregeld wordt in een stedenbouwkundige verordening

Het decreet van 26 mei 2023 betreffende het realisatiegerichte instrumentarium

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 40 §3 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 §3 van het decreet lokaal bestuur: De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van de toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad om politieverordeningen vast te stellen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.
Artikel 41 §1 14° van het decreet lokaal bestuur
Artikel 41 §1 14° van het decreet lokaal bestuur: De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd: het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

Met ingang van 1 juli 2024 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025, wordt een gemeentelijke contantbelasting gevestigd op de de meldingsplichtige stedenbouwkundige handelingen bedoeld in artikelen 4.2.2 en 4.2.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de omgevingsvergunningen zoals omschreven in artikelen 4 en 5 van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake financiële lasten bij omgevingsvergunningen.

Artikel 2

De belasting is verschuldigd door diegene die een meldingsplichtige handeling stelt in het kader van het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening enerzijds en door de vergunninghouder of diens rechtverkrijgende na afgifte van de definitieve en uitvoerbare omgevingsvergunning anderzijds en vóór de aanvang der werken of de start van de uitvoering van de vergunde handeling zoals bepaald in de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake financiële lasten bij omgevingsvergunningen. Wanneer de melding of omgevingsvergunningsaanvraag wordt ingediend namens meerdere aanvragers, zijn zij hoofdelijk en ondeelbaar gehouden tot betaling van de belasting.

Artikel 3

§1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

1° bruto bouwvolume: het totaal van het boven- en ondergronds bouwvolume van een gebouw en haar fysisch aansluitende aanhorigheden die in bouwtechnisch opzicht een rechtstreekse aansluiting of steun vinden bij het hoofdgebouw, zoals een aangebouwde garage, veranda of berging, gemeten met inbegrip van buitenmuren en dak, uitgedrukt in m³. Het betreft het totale boven- en ondergrondse volume dat wordt gebruikt door de gebruiker(s), exclusief het volume van de patio’s en de gebruikelijke onderkeldering  onder het maaiveld. De volumes van alle bergingen, nevenfuncties en ondersteunende functies (bijv. meterlokaal) die zich in een toegankelijk ruimte bevinden, worden meegeteld, evenals het volume van de gebouwdelen van de bestaande toestand die behouden blijven in het project, al dan niet met behoud van de functie; 

2° bruto vloeroppervlakte: het totaal van de boven- en ondergrondse vloeroppervlakte van een gebouw en haar fysisch aansluitende aanhorigheden die in bouwtechnisch opzicht een rechtstreekse aansluiting of steun vinden bij het hoofdgebouw, zoals een aangebouwde garage, veranda of berging, gemeten met inbegrip van buitenmuren, uitgedrukt in m². Dit is de buitenomtrek van het gebouw dat wordt gebruikt door de gebruiker(s), exclusief de oppervlakte van de vides, patio’s en de gebruikelijke onderkeldering onder het maaiveld (1). De oppervlaktes van alle bergingen, nevenfuncties en ondersteunende functies (bijv. meterlokaal) die zich in een toegankelijk ruimte bevinden, worden meegeteld, evenals de oppervlakte van de gebouwdelen van de bestaande toestand die behouden blijven in het project, al dan niet met behoud van de functie.

(1) In de memorie van toelichting bij het ontwerp van decreet tot aanpassing en aanvulling van de ruimtelijke plannings-, vergunningen- en handhavingsbeleid, wordt ‘gebruikelijke onderkeldering’ verder toegelicht als volgt (Parl. St., Vl. Parl., 2008-2009, 2011/1, 85): Het deel van het keldervolume onder het maaiveld wordt niet meegerekend op voorwaarde dat het een gebruikelijke onderkeldering van de constructie betreft. Als gewone kelder van een woongebouw geldt bvb. een ondergronds gelegen wasruimte, berging of stookruimte; wanneer ondergrondse ruimtes echter woonfuncties herbergen, dienen deze wél meegerekend te worden, net als bvb. een (deels of geheel) in de grond ingewerkte garage.


§2. De belasting verschuldigd in geval van meldingsplichtige stedenbouwkundige handelingen bedoeld in artikelen 4.2.2 en 4.2.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de gevallen bedoeld in artikel 4 van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake financiële lasten bij omgevingsvergunningen (2) wordt als volgt bepaald:

0,40 euro per m³ bruto bouwvolume van de gebouwde gedeelten; 

(2) De gevallen bedoeld in artikel 4 van de stedenbouwkundige verordening zijn, het verrichten van de hiernavolgende bouwwerken, met uitzondering van onderhoudswerken:  

  1. het optrekken of plaatsen van een gebouw
  2. het functioneel samenbrengen van materialen waardoor een gebouw ontstaat; 
  3. het herbouwen en uitbreiden van een gebouw


§3. De belasting verschuldigd in de gevallen bedoeld in artikel 5 van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake financiële lasten bij omgevingsvergunningen (3)  bedraagt: 

  1. 5.000,00 euro per toepassing van de afwerkingsregel conform artikel 4.4.3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijk Ordening voor de bouw van een nieuwe woning;  
  2. 2.500,00 euro voor het herbouwen van een zonevreemd gebouw, met een minimale bruto vloeroppervlakte van 500 m² of van een zonevreemde woning, conform de artikelen 4.4.13, 4.4.14, 4.4.17, 4.4.18 en 4.4.20 van de Vlaamse Codex Ruimtelijk Ordening;  
  3. 500,00 euro voor het herbouwen van een zonevreemd gebouw, niet zijnde een woning, met een bruto vloeroppervlakte van minder dan 500 m², in toepassing van de artikelen 4.4.17 en 4.4.18 van de Vlaamse Codex Ruimtelijk Ordening;  
  4. 1.000,00 euro voor het uitbreiden van een zonevreemd gebouw of van een zonevreemde woning, conform de artikelen 4.4.15 en 4.4.19 van de Vlaamse Codex Ruimtelijk Ordening;  
  5. 500,00 euro voor het verbouwen van een zonevreemd gebouw of van een zonevreemde woning, conform de artikelen 4.4.12 en 4.4.16 van de Vlaamse Codex Ruimtelijk Ordening; 
  6. 5,00 euro/m² bruto vloeroppervlakte die van functie wijzigt, in toepassing van de zonevreemde functiewijzigingen conform artikel 4.4.23 van de Vlaamse Codex Ruimtelijk Ordening.  

(3) De gevallen bedoeld in artikel 5 van de stedenbouwkundige verordening zijn: 

  1. De afwerkingsregel conform artikel 4.4.3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening; 
  2. De basisrechten voor zonevreemde constructies conform artikelen 4.4.10 t.e.m. 4.4.20 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;
  3. De zonevreemde functiewijzigingen conform artikel 4.4.23 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. 
  4. Alle zonevreemde constructies en functiewijzigingen binnen het grondgebied van de gemeente Sint-Katelijne-Waver, ongeacht de toepassing van een bijzonder plan van aanleg of een ruimtelijk uitvoeringsplan.


§4. De hierboven vermelde bedragen zijn gekoppeld aan de gezondheidsindex en zullen jaarlijks en van rechtswege worden aangepast op 1 januari, op basis van de volgende formule: 

                Aangepast bedrag = basisbedrag x nieuw indexcijfer 

                               basisindexcijfer 

        Waarbij: 

  • de basisbedragen de bedragen vermeld in dit reglement zijn; 
  • het nieuw indexcijfer is het indexcijfer van december voorafgaand aan de indexering; 
  • het basisindexcijfer het indexcijfer van januari 2024 is.

Artikel 4

Voor een regularisatie-aanvraag wordt bovenstaand tarief bedoeld in artikel 3, §2 verdubbeld.

Artikel 5

De meldingsplichtige en vergunningsplichtige handelingen betrekking hebbende op de grenslijn van twee gemeenten, worden belast voor het gedeelte dat zich bevindt op het grondgebied van de gemeente

Artikel 6

Van de belasting bedoeld in artikel 3, §2 van dit reglement zijn vrijgesteld: de omgevingsvergunningsaanvragen en/of meldingen: 

  •  Voor de eerste 550m³ bruto bouwvolume bij één of meerdere woon- en/of verblijfsgelegenhe(i)d(en); 
  • Ingediend door openbare besturen of het samenwerkingsverband waarin de gemeente Sint-Katelijne-Waver participeert;  
  • Die een openbaar nut als voorwerp hebben;  
  • Die betrekking hebben op het onderwijs en welzijnsinrichtingen zonder winstoogmerk of zonder lucratieve doeleinden;  
  • Ingediend door woonmaatschappijen als bedoeld in Boek 4, Deel 1, Titel 3 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;  
  • Die een tijdelijk karakter hebben en waarbij de vergunde, opgericht constructie binnen de 2 jaren van de oprichting wordt gesloopt;  
  • Die een serre behorende bij een landbouwbedrijf tot voorwerp hebben. 

Artikel 7

§1. De belasting dient vereffend te worden na toezending van de factuur door het gemeentebestuur van Sint-Katelijne-Waver.

§2. Zowel in geval van een meldingsplichtige als vergunningsplichtige handeling wordt de belasting betaald vóór de aanvang der werken of de start van de uitvoering van de meldingsplichtige of vergunde handeling. 

§3. Op verzoek van de vergunninghouder of diens rechtverkrijgende kan het college van burgemeester en schepenen een verlenging van de termijn voor het betalen van de belasting toestaan, tot uiterlijk 2 jaar na het verkrijgen van de definitieve en uitvoerbare omgevingsvergunning. In geval van verlenging van de betaaltermijn wordt het oorspronkelijk basisbedrag geïndexeerd overeenkomstig de bepalingen van artikel 3, §4 van onderhavig reglement, waarbij het nieuw indexcijfer het indexcijfer is van december voorafgaand aan de nieuwe uiterste betaaldatum.

Artikel 8

Bij gebrek aan contante betaling, wordt de belasting van ambtswege ingekohierd en is ze onmiddellijk eisbaar.

Artikel 9

De vestiging, de invordering en de geschillenprocedure gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.

Artikel 10

Het huidige reglement betreffende de belasting op bouwen, verbouwen en herbouwen van 1 juli 2020 tot en met 31 december 2025, goedgekeurd door de gemeenteraad van 22 juni 2020, wordt vanaf 1 juli 2024 vervangen door onderhavig reglement, met dien verstande dat dit besluit slechts in werking treedt samen met de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake financiële lasten bij omgevingsvergunningen.

Artikel 11

Dit reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot en met 288 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur.