Artikel 170, §4 van de Grondwet: uitdrukkelijke bevoegdheid van de gemeenteraad voor het invoeren van belastingen.
Ondanks de recente gezondheidscrisis en een macro-economische context die verstoord wordt door de energiecrisis en de inflatie, is het mogelijk, gezien de hoogte van de autofinancieringsmarge, een deel van de algemene middelen te laten terugvloeien naar de burger. Daarom wordt voor aanslagjaren 2024 en 2025 een verlaging van de aanvullende belasting op de personenbelasting met 0,2% voorgesteld. Hierdoor zal het huidige tarief van 7,3% verminderen naar 7,1%.
Omwille van de financiële behoefte van de gemeente is het nodig om de aanvullende belasting op de natuurlijke personen te heffen voor de komende jaren.
De aanvullende belasting op de natuurlijke personen kan voor meerdere jaren vastgesteld worden.
Het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992 en meer bepaald de artikelen 464 tot en met 470/2
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 2018 betreffende de bekendmaking en raadpleegbaarheid van besluiten en stukken van het lokaal bestuur, betreffende de wijze waarop de reglementen en verordeningen van het lokaal bestuur worden bijgehouden in het register en betreffende de raadpleegbaarheid van de besluiten van de politiezones en hulpverleningszones
De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit
Het gemeenteraadsbesluit dd. 7 september 2020 houdende de goedkeuring van de aanvullende belasting op de natuurlijke personen vanaf 1 januari 2011 tot en met 31 december 2025
De financiële toestand van de gemeente
Met ingang van 1 januari 2024 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt ten behoeve van de gemeente een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.
De belasting wordt vastgesteld op 7,1% van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.
De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.
Dit reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot en met 288 en artikel 330 van het decreet lokaal bestuur.
Het belastingreglement aanvullende belasting op de natuurlijke personen van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2025 zoals goedgekeurd in de gemeenteraad van 7 september 2020, wordt met ingang van 1 januari 2024, opgeheven.