De gemeente heeft een concessieovereenkomst met APCOA Parking Belgium NV ter controle van de naleving van het parkeren in de blauwe zone. Het betreft een samenwerking tussen de 4 Bodukap-gemeenten.
Aangezien eind 2024 APCOA Parking Belgium NV werd overgenomen door Indigo, is de overeenkomst ook overgegaan op deze tegenpartij.
Hieruit is gebleken dat een aanpassing nodig is van het retributiereglement (cf. apart besluit in zelfde zitting) door de wijziging van de wetgeving inzake debiteurenbescherming (overmatige schuldenlast) en dus ook aan de overeenkomst zelf (artikel 7) inzake het toezicht op de betaling.
Daarnaast verandert er niets aan de naleving van de overeenkomst zelf en de werking.
Het gemeenteraadsbesluit dd. 7 september 2020 houdende de goedkeuring van de minimumvoorwaarden voor de concessie ter controle van de naleving van het parkeren in de blauwe zone.
Het collegebesluit dd. 9 november 2020 houdende de toewijzing van de concessie ter controle van de naleving van het parkeren in de blauwe zone aan APCOA.
Het gemeenteraadsbesluit dd. 27 mei 2024 houdende de stemming van een retributie op het parkeren in een blauwe zone voor de periode van heden tot en met 31 december 2025.
Omwille van de overname van APCOA door Indigo is ook de concessieovereenkomst ter controle van de naleving van het parkeren in de blauwe zone overgegaan naar Indigo.
Artikel 7 van de lopende concessieovereenkomst wordt aangepast op volgende wijze:
"Artikel 7: Toezicht op de betaling
§ 1. De aanmaak van de retributiebonnen en de controle van de betalingen worden uitgevoerd met behulp van specifiek controlematerieel dat door de concessionaris wordt aangeschaft.
§ 2. Eenmaal per week wordt de identiteit van de nummerplaten van wagens die een retributiebon kregen en niet op de vastgestelde termijn betaalden, via DIV, opgevraagd. De gegevens mogen door de concessionaris niet met een ander, in het bijzonder een commercieel doel, worden aangewend en mogen bijgevolg niet aan derden worden overgemaakt, tenzij als bewijsmateriaal in het raam van een invorderingsprocedure van de retributie.
* Ten aanzien van consumenten: na het bekomen van de identiteit wordt minstens een eerste kosteloze herinneringsbrief gestuurd. Vervolgens kan de concessiehouder bij niet betaling het dossier aan een gerechtsdeurwaarder of advocaat overmaken, die verder de procedure afhandelt en waarbij de tarieven van de wetgeving consumentenschulden (boek XIX - W.E.R. art. 4.2 ea) worden gevolgd. De gerechtsdeurwaarderskosten kunnen door de concessionaris aan de debiteur worden doorgerekend binnen de wettelijk bepaalde grenzen en zoals onderling afgestemd en opgenomen in de respectievelijk retributiereglementen.
* Ten aanzien van ondernemingen en buitenlandse nummerplaathouders: na het bekomen van de identiteit wordt een eerste herinnering gestuurd aan 10 euro en bij blijvende niet-betaling een tweede herinnering aan 10 euro. De minnelijke aanmaning door de gerechtsdeurwaarder die daarna zal volgen, gebeurt tegen het tarief voor burgerlijke en handelszaken (K.B. 30 november 1976). De gerechtsdeurwaarderskosten kunnen door de concessionaris aan de debiteur worden doorgerekend binnen de wettelijk bepaalde grenzen en zoals onderling afgestemd en opgenomen in de respectievelijk retributiereglementen."