Artikel 249 decreet lokaal bestuur: § 3. De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stemmen over hun deel van elk beleidsrapport. Nadat de raden zo het beleidsrapport elk voor hun deel hebben vastgesteld, keurt de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goed. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn.
De gemeenteraad kan het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn niet goedkeuren als dat de financiële belangen van de gemeente bedreigt. In dat geval vervalt de eventuele vaststelling van het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de gemeenteraad.
§ 4. Elke raad stemt telkens over het geheel van zijn deel van het beleidsrapport. In afwijking daarvan kan elk raadslid de afzonderlijke stemming eisen over een of meer onderdelen die hij aanwijst. In dat geval mag de betrokken raad pas over het geheel van zijn deel van het beleidsrapport stemmen na de afzonderlijke stemming. Als deze afzonderlijke stemming tot gevolg heeft dat het ontwerp van beleidsrapport moet worden gewijzigd, wordt de stemming over het geheel verdaagd tot een volgende vergadering van de raad. Als de andere raad voordien zijn deel van het beleidsrapport al had vastgesteld, vervalt die vaststelling en stelt die raad het gewijzigde ontwerp van beleidsrapport vast op een volgende vergadering.
Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt de 7de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 voorgelegd.
De belangrijkste redenen voor de wijziging van het meerjarenplan zijn de volgende:
Er werd een voorontwerp gemaakt van de aangepaste strategische nota en financiële nota door de algemeen directeur en de financieel directeur, in overleg met het M-team in zitting van 30 november 2023. Dit ontwerp werd besproken op het vast bureau van 4 december 2023.
De wijziging van de kredieten voor het lopende boekjaar vergt een aanpassing van het meerjarenplan. Het overzicht van de kredieten (schema M3) vermeldt dan de gewijzigde kredieten voor het lopende boekjaar.
Daarnaast is het logisch dat de raad beslist over belangrijke inhoudelijke wijzigingen in het beleid. Het bestuur zal het meerjarenplan dus ook aanpassen als er belangrijke bijsturingen van de acties, actieplannen en/of beleidsdoelstellingen moeten gebeuren. De regelgeving legt hiervoor geen regels op. Elk bestuur moet in het kader van de organisatiebeheersing zelf definiëren welke inhoudelijke wijzigingen alleen kunnen worden doorgevoerd via een aanpassing van het meerjarenplan.
Conform de richtlijnen werden schema's M2, T2 en T4 van het meerjarenplan verlengd tot en met 2026 om de financiële consequenties van ten minste 3 toekomstige boekjaren te kunnen tonen. Samengevat zijn de wijzigingen voor het OCMW voor 2023-2025 als volgt:
Wijzigingen OCMW | 2023 AMJP07 | 2024 AMJP07 | 2025 AMJP07 |
Exploitatie (saldo) | 243.398 | 335.620 | 290.712 |
- ontvangsten | 441.184 | -109.749 | -345.402 |
- uitgaven | 197.786 | -445.369 | -636.114 |
Investeringen (saldo) | 0 | -110.767 | -83.000 |
- ontvangsten | 0 | 28.767 | 0 |
- uitgaven | 0 | 139.534 | 83.000 |
Financiering (saldo) | 0 | 0 | 0 |
- ontvangsten | 0 | 0 | 0 |
- uitgaven | 0 | 0 | 0 |
Het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018, en latere wijzigingen, betreffende de beleids- en de beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Dit besluit geeft een overzicht van de diverse beleids- en beheersrapporten die moeten worden opgemaakt en een aantal regels waaraan de boekhouding van de gemeente moet voldoen.
Ministerieel besluit van 26 juni 2018, en latere wijzigingen, tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen. In dit besluit worden de concrete schema's en rekeningstelsels vastgelegd.
De raadsbeslissing van 16 december 2019 betreffende de vaststelling van het meerjarenplan 2020-2025.
Artikel 257 decreet lokaal bestuur: § 1. Minstens een keer per jaar wordt het meerjarenplan aangepast, waarbij in elk geval de kredieten voor het volgende boekjaar worden vastgesteld. Als dat nodig is, kunnen daarbij ook de kredieten voor het lopende boekjaar worden aangepast. Daarnaast kan het meerjarenplan, als dat nodig is, ook worden aangepast om alleen de kredieten voor het lopende boekjaar aan te passen.
Als voor 1 januari van het jaar dat volgt op de gemeenteraadsverkiezingen de kredieten voor dat boekjaar nog niet werden vastgesteld, worden, in afwijking van het eerste lid, op die datum de kredieten voor dat boekjaar automatisch vastgesteld op basis van de ramingen voor dat boekjaar in de financiële nota van het meerjarenplan.
Bij elke aanpassing van het meerjarenplan wordt het resultaat van de intussen vastgestelde jaarrekeningen verwerkt.
De periode van het meerjarenplan blijft altijd de periode, vermeld in artikel 254, tweede lid, maar de financiële nota beschrijft altijd de financiële consequenties voor ten minste drie toekomstige boekjaren.
§ 2. Een aanpassing van het meerjarenplan omvat minstens een aangepaste financiële nota, een toelichting en de eventuele wijzigingen van de strategische nota.
De raad voor maatschappelijk welzijn stelt haar deel van het aangepaste meerjarenplan 2020-2025 (07/2023) en de kredieten voor 2024 vast zoals hieronder wordt voorgesteld.
De raad voor maatschappelijk welzijn bepaalt dat er over het eerste semester van boekjaar 2024 een opvolgingsrapportering, met een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan, dient te worden voorgelegd aan de raad van eind september 2024.
De bekendmaking van deze beslissing zal gebeuren overeenkomstig art. 330 van het decreet lokaal bestuur.